2 Corinthians 4:6

De lichtglans van het evangelie

2Ko 4:1. Het kan erop lijken dat Paulus in 2 Korinthiërs 3 alleen wat theorie heeft verkondigd. Die indruk verdwijnt helemaal als je 2 Korinthiërs 4 leest. In 2 Korinthiërs 3 noemt hij zichzelf een dienaar van het nieuwe verbond (2Ko 3:6). Zijn dienst staat in verband met de Geest (2Ko 3:8) en de gerechtigheid (2Ko 3:9). In het hoofdstuk dat je nu voor je hebt, zie je welke geweldige uitwerking dat op zijn leven heeft gehad.

Hij begint dit hoofdstuk met het woord “daarom”. Dat laat zien dat hij aansluit op het voorgaande. De bediening die hij heeft gekregen, is een geweldige stimulans om door te gaan, te blijven volharden en niet moedeloos te worden. Er is namelijk heel wat tegenstand en tegenwerking. Toch is hij innerlijk vol kracht. Dat komt doordat hij goed beseft dat hem barmhartigheid is bewezen. Dat is de stimulans voor zijn onophoudelijke ijver in zijn dienst voor de Heer.

Niets geeft je zoveel kracht om echt voor de Heer te leven als de indruk die je persoonlijk opdoet van de barmhartigheid die je bewezen is. Als je aan barmhartigheid denkt, kun je daarvan een prachtige illustratie vinden in Lukas 10, in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lk 10:30-37). De Heer Jezus vertelt deze gelijkenis en Hijzelf is die barmhartige Samaritaan. Je ziet hoe Hij Zich ontfermt over een man die in handen van rovers is gevallen en die er bar slecht aan toe is. Dat is precies een beeld van jou, hoe jij eraan toe was toen je de Heer Jezus nog niet kende. Zó trof de Heer Jezus jou aan en zó heeft Hij Zich over jou ontfermd. Hoe dieper jij je ervan bewust bent hoe ellendig je eraan toe was, met des te meer ijver zul jij je ook willen inzetten in de dienst voor de Heer. Zo werkte het bij Paulus. Hij ging door, hoe groot de tegenstand ook was.

2Ko 4:2. Paulus gaat niet stiekem te werk. Dat doen de valse leraren wél. Valse leraren zijn mensen die zich voordoen als echte dienaars van God, maar die op eigen voordeel uit zijn. Hun tactiek is om in een gemeente eerst enkele leden op te zoeken die niet zo stevig in hun schoenen staan wat het geloof betreft. Daar brengen ze hun valse leer. Als ze genoeg invloed hebben gekregen, komen ze openlijk met hun valse leer voor de dag en stichten dan veel onheil. Op deze slinkse manier gaat Paulus niet te werk.

Zijn boodschap is op de man af, helder en duidelijk; daarin is geen sluwheid of Woordvervalsing. Hij spreekt de waarheid die hij van God heeft ontvangen. Iedereen mag, ja móet, het horen. Iedereen mag het ook bij hem toetsen en nagaan in zijn leven, of het voor hemzelf wel leeft. Anders heeft hij alleen een mooi verhaal, en zijn praktijk zou aantonen dat zijn verhaal niets waard is.

Helaas zijn er veel christenen die wel de mond vol hebben van allerlei bijbelse waarheden, maar waarvan in hun leven niets is te zien. Dan zal wat zij te vertellen hebben ook geen echte, blijvende indruk maken op de hoorders. Het is belangrijk dat in je leven tot uiting komt wat je met je mond spreekt. Dan worden de gewetens aangesproken van de mensen die je met je getuigenis bereikt. Als jij voor Gods aangezicht leeft, je voortdurend bewust bent van Zijn tegenwoordigheid, zal de waarheid die jij spreekt indruk maken op anderen.

2Ko 4:3-4. Mensen die ondanks een duidelijk getuigenis toch het evangelie afwijzen, geven er blijk van volslagen blind te zijn. Hun ogen zijn bedekt, ze zien het niet. Heb je het ook wel eens gehad dat je met iemand sprak over het evangelie en dat jouw woorden de ander niets deden? Voor je eigen idee kon je het niet duidelijker zeggen en toch kwam je er niet doorheen. Hoe komt dat nu?

Wel, dat komt doordat de mensen, net als jij vroeger, in hun gedachten verblind zijn door de god van deze eeuw, de satan. Wanneer je ogen eenmaal zijn opengegaan voor de heerlijkheid van het evangelie, is het bijna niet te geloven dat zoveel mensen het niet zien. Toch weet je ook hoe sluw de satan is om de mensen van een keus voor Christus af te houden. Talloze methoden heeft hij daarvoor. Luxe en welvaart, succes, rijkdom, carrière, maar ook grote zorgen en ziekte gebruikt hij, zodat de mensen zich daarop blindstaren, zonder oog te hebben voor Iemand anders. Het is enorm triest dat “de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen”.

Wat een inhoud heeft deze zin! Je moet al die woorden maar eens op je laten inwerken. Wat een boosaardig monster is “de god van deze eeuw” dat hij erop uit is om mensen dit te onthouden. Het zijn mensen die aangeduid worden als zij “die verloren gaan”. Een verschrikkelijk lot wacht hen! Laten we ons inzetten om nog velen met het evangelie te bereiken. Een scherp contrast wordt hier geschilderd. In 2Ko 4:6 wordt dit nog scherper aangegeven.

2Ko 4:5. Maar eerst komt Paulus terug op zijn prediking. Hij richt bij zijn prediking de schijnwerper niet op zichzelf, maar op Jezus Christus. Hij wil de mensen niet aan zichzelf verbinden, maar aan de Heer Jezus. Daarbij predikt hij Hem niet als Heiland of Redder, maar “als Heer”. Hij zegt dit niet voor niets zo. Paulus denkt eraan in zijn prediking dat de Heer Jezus alle rechten heeft op ieder mens. Het is natuurlijk mooi om Jezus als Heiland voor te stellen aan verloren mensen, maar het is ook noodzakelijk om Hem voor te stellen als Heer. Niemand ontkomt aan Zijn heerschappij.

Deze erkenning is een voorwaarde om gered te kunnen worden. In Romeinen 10 wordt deze voorwaarde duidelijk gesteld (Rm 10:9). Wie nu weigert Hem als Heer te erkennen, zal er straks toe worden gedwongen (Fp 2:9-11). Wie Hem als Heer erkent, zal dat in zijn leven tonen. Dat doet Paulus ook. Hij maakt zichzelf niet alleen een slaaf van de Heer Jezus, maar zelfs een slaaf van de gelovigen, omdat hij de Heer Jezus liefheeft en Hem in alles wil dienen.

2Ko 4:6. Daartoe komt hij omdat in zijn hart het licht is opgegaan. Het is met zijn hart – en met elk hart waarin het licht heeft geschenen – net zo gegaan als bij de schepping. Het hart van ieder mens die meent dat hij God en Christus niet nodig heeft, is donker. Het is er even donker als de duisternis die de aarde bedekte. Dan gaat God orde in de ongeordende massa brengen door Zijn Geest Die boven het water zweefde (Gn 1:1-2). Op dezelfde manier gaat de Geest van God aan het donkere en boze hart van een zondaar werken. Dan klinkt de stem van God: “Laat er licht zijn!” (Gn 1:3).

Op dezelfde wijze heeft er een machtig en onweerstaanbaar werk van God in jouw hart plaatsgevonden. Het licht is in jouw hart ontstoken en je hebt oog gekregen voor “de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus”. Weer zo’n zin met een enorm rijke inhoud. Wat een gigantische verandering! Het kan niet anders of dat wat er in je hart is gebeurd, zal uit je leven stralen.

Na dit persoonlijke getuigenis van Paulus – dat jij kunt nazeggen! – zul je in de volgende verzen leren op welke manier deze heerlijkheid het meest in je leven zichtbaar kan worden.

Lees nog eens 2 Korinthiërs 4:1-6.

Verwerking: Hoe kun je jezelf het beste wapenen tegen moedeloosheid in de dienst voor je Heer?

Copyright information for DutKingComments