2 Corinthians 5:13

Nederlandse verzen (11-15)

Eén is voor allen gestorven

Ik ga nog even door met de rechterstoel van Christus. Er zijn drie verschillende tijdstippen waarop de Heer Jezus vanaf Zijn rechterstoel zal rechtspreken. Het gaat ook om drie verschillende groepen die op die verschillende tijdstippen voor de Rechter zullen verschijnen. Je zou kunnen spreken van drie verschillende zittingen.

De eerste zitting vindt plaats wanneer de gemeente is opgenomen en alle gelovigen geopenbaard zullen worden. Dat zagen we al in 2Ko 5:10 van ons hoofdstuk.

De tweede zitting vindt plaats wanneer de Heer Jezus op aarde is teruggekeerd. Daarover lees je in Mattheüs 25 (Mt 25:31-46). Hij zal gaan zitten op de “troon van Zijn heerlijkheid” en alle volken van de aarde zullen voor Hem worden verzameld. De volken worden door Hem geoordeeld naar de houding die ze hebben aangenomen tegenover hen die Hij “Mijn broeders“ noemt, dat zijn zij die in de tijd van de grote verdrukking het evangelie van het koninkrijk hebben gepredikt.

De derde zitting vindt plaats na het einde van het duizendjarige rijk. De rechterstoel is daar “een grote, witte troon” (Op 20:11). Voor die troon verschijnen alle mensen die op aarde hebben geleefd en die in ongeloof gestorven zijn. Zij hebben zich nooit met berouw over hun zonden tot God bekeerd. Zij zullen worden geoordeeld naar wat er in Gods boeken over hen geschreven staat. Op grond daarvan zullen ze worden verwezen naar de poel die van vuur en zwavel brandt. “Vreselijk is het om te vallen in [de] handen van [de] levende God!” (Hb 10:31).

2Ko 5:11. De gedachte aan de rechterstoel moet jou aanzetten om te leven tot eer van God en ook om de mensen te waarschuwen voor het komende oordeel. Jij weet immers hoezeer de Heer te vrezen is? Voor Paulus is dat geen punt. Hij overreedt de mensen. “Overreden” is niet vriendelijk verzoeken, maar indringend aansporen. De rechterstoel heeft een uitwerking in je eigen leven om te leven tot eer van God, maar hij heeft ook een uitwerking naar anderen toe. De gedachte aan de rechterstoel zal je ertoe aansporen met hen over het evangelie spreken.

Paulus is niet bang voor de rechterstoel. Hij is helemaal transparant voor God. Hij weet dat God dwars door hem heen kijkt en dat vindt hij fijn. Ook ten opzichte van de gelovigen in Korinthe heeft hij niets te verbergen. Hij hoopt dat ze dat bij hem zien. Er wordt namelijk kwaad over hem gesproken dat hij uit is op eigen eer. Als er eenmaal achterdocht is gezaaid, is het moeilijk de ander, in dit geval Paulus, eerlijk en oprecht te beoordelen.

2Ko 5:12. Om niet de schijn te wekken dat het hem om zichzelf gaat, voegt hij dit vers eraan toe. Het gaat hem helemaal niet om zichzelf, maar juist om hen. Door zijn gedrag hebben zij stof om te roemen. Zij hebben het evangelie niet van de eerste de beste aangenomen, maar van iemand die met zijn hele leven achter zijn prediking staat. Er zijn andere predikers bij hen gekomen, die alleen maar een uiterlijke schijn ophouden. Bij hen gaat het om hun eigen eer en aanzien. Ze kunnen misschien gloedvol spreken, of ze komen uit een voorname familie. Daar beroemen zij zich op. Wie daar gevoelig voor is, keert zich gemakkelijk van een prediking af zoals Paulus die brengt. Paulus spreekt het hart aan en geeft voedsel voor de ziel, terwijl hij niets overlaat van alles waarop de mens zich kan beroemen.

2Ko 5:13. Hij wil de gelovigen dienen. Ja, hij kan wel eens buiten zichzelf zijn, je kunt zeggen ‘in extase’. Anderen kunnen dan van hem zeggen dat hij niet goed bij zijn verstand is. Laat zulke mensen maar praten. Wie Gods Woord met liefde leest en echt van de Heer Jezus geniet, zal tot bewondering en verrukking komen. God en de Heer Jezus zijn dan alles. Dat zeg je dan ook tegen Hen. Ik hoop dat jij zulke momenten kent.

Toch kun je ook gewoon nuchter zijn zoals Paulus dat is. Dan spreek je met medegelovigen over alledaagse dingen als eten en drinken, je werk of het huwelijk. Dat doe je natuurlijk wel in het licht van de Bijbel.

2Ko 5:14. In dit alles is de liefde van Christus het enig goede motief voor wat je doet. Zijn liefde was zo groot, dat Hij Zichzelf voor schuldige zondaars overgaf in de dood. Dat de Heer Jezus moest sterven, spreekt duidelijke taal over de toestand waarin de mens was terechtgekomen. Het betekent dat ieder mens in de dood ligt. Dood wil zeggen dat er geen leven van en daarom ook niet voor God is. Efeziërs 2 zegt dat wij dood waren in onze overtredingen en zonden (Ef 2:1).

Het feit dat de Heer Jezus voor allen is gestorven, geeft aan dat er niemand was die leefde zoals God dat van de mens mocht verwachten. De dood van de Heer Jezus laat zien hoe hopeloos de toestand was en is waarin de mens door zijn eigen schuld verkeert. De mens kan zichzelf daaruit niet bevrijden. Hoe zou een dode iets kunnen doen?

Het grootse is, dat de Heer Jezus heeft gedaan wat niet één mens kan, namelijk leven geven aan mensen die zich in de dood bevinden. Dat is mogelijk omdat Hij niet door eigen schuld in de dood terechtkwam. Hij had nooit iets gedaan waarvoor Hij het oordeel van de dood verdiende. Hij nam vrijwillig die plaats in, uit liefde en ter wille van anderen, opdat een ieder die in Hem gelooft, overgaat vanuit de dood in het leven (Jh 5:24).

2Ko 5:15. Voor de tweede keer lees je dat Hij voor allen is gestorven. Door wat Hij deed, is het mogelijk geworden dat ieder mens gered wordt. Ieder mens ligt immers in de dood? De Heer Jezus ging vrijwillig in diezelfde dood en maakte Zich door te sterven een met de toestand waarin ieder mens zich bevond. Dat betekent niet, dat ieder mens nu ook gered is. De verlossing van de zonden en het oordeel van God is alleen het deel van ieder die persoonlijk en oprecht zijn zonden belijdt en gelooft dat de Heer Jezus in zijn plaats stierf op het kruis. Wie dat gedaan heeft, leeft en zal leven. Die is, zoals staat in het zojuist al aangehaalde vers uit Johannes 5, “uit de dood overgegaan in het leven” (Jh 5:24).

Zo is dat ook met jou gegaan. Het leven dat je hebt ontvangen, is Goddelijk leven. Toen je dood was, leefde je ook, maar je leefde voor jezelf. Dat was geen echt leven. Het leven dat je nu hebt ontvangen, het eeuwige leven, is geen leven waarvan jijzelf het middelpunt bent. God heeft jou dat leven gegeven opdat jij kunt leven voor Hem Die voor jou gestorven en opgewekt is. De Heer Jezus is het middelpunt van het nieuwe leven dat je hebt gekregen.

Het is een voorrecht om voor de Heer Jezus te leven, daar mag je telkens aan denken. Hier wordt het als de normaalste zaak van de wereld voorgesteld, als een soort logisch gevolg. De Heer Jezus is gestorven juist om jou de ware zin van het leven te laten inzien en jou het echte leven te laten leven. Een mens leeft pas echt wanneer Hij God en Zijn Christus dient. Daarvoor is hij geschapen. Ieder mens die voor zichzelf leeft, mist het eigenlijke doel van zijn leven. Jammer genoeg zijn er ook veel christenen die zich dit niet realiseren.

God en de Heer Jezus weten dat jij je grootste vreugde en voldoening zult vinden als je leeft voor Hem Die voor jou is gestorven en opgewekt. Iedere toegewijde christen zal dat volmondig beamen.

Lees nog eens 2 Korinthiërs 5:11-15.

Verwerking: Wat bewerkt ‘de liefde van Christus’ in jou?

Copyright information for DutKingComments