2 John 4

Wandelen in waarheid en liefde

2Jh 1:3. In de twee brieven gericht aan Timotheüs, dus ook aan een persoon, ben je in de aanhef ook de woorden “genade, barmhartigheid, vrede” tegengekomen (1Tm 1:2; 2Tm 1:2). Alleen is het daar meer een wens – ‘zij met u’ –, terwijl het hier als een verzekering gegeven wordt, “zal met ons zijn”. Het is ook niet iets wat Johannes alleen voor de vrouw en haar kinderen vaststelt, maar ook voor zichzelf, wat je ziet aan het woord “ons”.

“Genade” is een prachtige en zekerheid gevende uiting van de liefde van God. God betoont genade, zonder dat daarop een beroep wordt gedaan. Goddelijke liefde gaat in genade uit naar mensen zonder hoop. “Barmhartigheid” heeft meer te maken met de omstandigheden waarbij je de ontferming van God zo nodig hebt. Het is het persoonlijke medeleven van God in je leven op aarde, waarbij Hij voorziet in de persoonlijke behoeften in tijden van zwakheid en beproeving. Een direct gevolg van het kennen van de genade en barmhartigheid van God is dat je “vrede” in je hart hebt in de omstandigheden waarin je bent.

Deze drie zegeningen komen van Goddelijke Personen Die op een bijzondere wijze worden voorgesteld en op bijzondere wijze met elkaar in verbinding staan. Dat maakt het zo rijk en vast. Het woord “van” staat zowel voor ‘God de Vader’ als voor ‘de Heer Jezus Christus’. Dat toont de gelijkheid van de beide Goddelijke Personen aan. Bij ‘God de Vader’ voel je je geborgen. Bij ‘de Heer Jezus Christus’ – Hij wordt hier met Zijn volle Naam genoemd – denk je aan drie verhoudingen waarin je tot Hem staat:

1. Hij is je ‘Heer’, dat is Degene Die gezag over je heeft;

2. Hij is ook ‘Jezus’ dat is de Mens op aarde Die jou van je zonden heeft verlost (Mt 1:21);

3. tevens is Hij ‘Christus’, dat is Hij in Wie God al Zijn welbehagen heeft gevonden en in Wie jij gezegend bent met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten (Ef 1:3).

Een extra bijzonderheid is de aanduiding “de Zoon van de Vader”. Die komt in het Nieuwe Testament alleen hier voor. Deze naam past dan ook volledig bij het karakter van deze brief, waarin het over de uiterst belangrijke waarheid van Zijn Persoon gaat. De Zoon is volmaakt God en volmaakt Mens en tevens is Hij de eeuwige Zoon. De Heer Jezus is dé Zoon van dé Vader. Er is maar één Zoon en maar één Vader. Dat is de waarheid. Alles wat daar anders over wordt gezegd, is leugen. Alle waarheid van de brieven van Johannes heeft deze waarheid tot kern- en uitgangspunt.

Het slot van de groet, “in waarheid en liefde”, geeft de sfeer aan waarin de verhouding tussen Johannes en de vrouw en tussen de gelovigen onderling wordt genoten. Er zijn geen oneerlijke of duistere en leugenachtige elementen in aanwezig. Waar de waarheid de liefde vergeet, wordt het hart koud en is de kennis slechts hoofdkennis. Waar de liefde ten koste van de waarheid gaat, heeft liefde niets met Gods liefde te maken, maar is ze verworden tot een menselijke, vleselijke emotie.

2Jh 1:4. Johannes spreekt zijn grote blijdschap uit over enkele kinderen van de vrouw die, naar het lijkt, niet meer thuis wonen. Het lijkt erop dat Johannes hen elders heeft getroffen. Dit getuigenis over haar kinderen moet de moeder ook goed hebben gedaan. Al haar inspanning is erop gericht geweest hen van de waarheid te overtuigen en hen daarin te doen wandelen. Haar inspanningen hebben blijkbaar resultaat, want nu ze uit huis zijn, laten zij in hun leven de uitwerking zien van wat ze van huis uit hebben meegekregen. Zij zal net zo veel zorg hebben gehad over haar uitwonende kinderen als Job dat langgeleden had (Jb 1:5). Wat Johannes haar meedeelt, is de beloning voor het trouw uitstrooien van het zaad in de harten van haar kinderen. Het toont haar instelling ten opzichte van haar kinderen.

Het voorgaande hoeft niet te betekenen dat de vrouw andere kinderen had die niet in de waarheid wandelden. Er staat “[sommigen] van uw kinderen”. Mogelijk kent Johannes niet alle kinderen, hoewel hij zich in 2Jh 1:1 wel tot alle kinderen richt. Het kan zijn dat ze nog jongere kinderen thuis heeft. Wandelen in de waarheid wil zeggen dat je dagelijks leeft in de sfeer van de waarheid, dat is in wat God van Zichzelf in Christus heeft laten zien. Elk facet van je leven behoort dat kenmerk te dragen.

Voordat Johannes de vrouw gaat zeggen dat ze haar deur moet sluiten en vergrendelen voor dwaalleraren, spreekt hij eerst over het gebod van de liefde. Hij plaatst het wandelen in de waarheid op hetzelfde niveau als het gebod van de liefde. Het is niet mogelijk in de waarheid te wandelen als er geen liefde is. Het is “een gebod … van de Vader” dat je in het leven van de Heer Jezus waargemaakt ziet. De Vader bepaalde de voetstappen van de Heer Jezus. Vanuit Zijn liefde voor de Vader ging Hij de weg die de Vader Hem toonde. Het gebod is dat van de liefde en de liefde brengt tot het houden van de geboden.

2Jh 1:5. Over het gebod van de liefde heeft Johannes een vraag aan de vrouw en dat is dat het elkaar liefhebben ook werkelijk in praktijk wordt gebracht. Hij geeft geen nieuwe versie van het gebod, hij voegt er niets aan toe, hij verandert er helemaal niets aan. Het kan natuurlijk wel beter begrepen worden, meer in praktijk worden gebracht. Dat is wat hij de vrouw vraagt. Het liefdegebod vraagt om een praktische uitwerking die altijd beter kan. Je kunt nooit zeggen: ‘Nu betoon ik genoeg liefde, meer hoeft niet’ (vgl. 1Th 4:10).

Het betreft “niet … een nieuw gebod”, want de Heer Jezus heeft het al gegeven (Jh 13:34). De Heer spreekt wél over een nieuw gebod. Dat is omdat het op een nieuwe wijze, Zijn wijze, wordt waargemaakt. Het is ook nieuw omdat het ook waargemaakt kan worden door Zijn discipelen, want zij hebben Hem als hun leven. Het is een nieuw gebod vanaf het begin, dat wil zeggen vanaf het optreden van de Heer Jezus als Mens op aarde.

2Jh 1:6. Het oude gebod was opgelegd aan de mens in het vlees en was bedoeld om daardoor leven te krijgen. Het nieuwe gebod hoort bij het nieuwe leven, dat is Christus. Het is niet bedoeld om leven te krijgen, maar om het leven te leven. Jij hebt nieuw leven en je hebt de Heilige Geest ontvangen. Daardoor kun je dat nieuwe gebod waarmaken. Je kunt zeggen dat het nieuwe gebod nieuw is ten opzichte van het oude gebod in de volgende aspecten:

1. het wordt niet gegeven als een voorwaarde om te leven;

2. het is in Christus volmaakt verwerkelijkt;

3. het is gericht tot mensen die nieuw leven bezitten;

4. deze mensen staan in relatie tot God als kinderen tot de Vader;

5. de norm is nieuw, want liefhebben kan nu gebeuren ‘zoals Ik u heb liefgehad’.

De ware liefde wordt getoetst aan het feit of er naar de geboden van God wordt gewandeld. Er kan wel worden gezegd dat men elkaar liefheeft, maar dat is alleen waar als blijkt dat de geboden van God het leven bepalen. Elkaar liefhebben is met elkaar omgaan in overeenstemming met Gods geboden. De liefde van de christen is niet in de eerste plaats een gevoel, maar een daad van gehoorzaamheid.

2Jh 1:7. De activiteiten van de “vele verleiders” die in de wereld zijn uitgegaan, maken het noodzakelijk dat de gelovigen in waarheid en liefde wandelen. Omdat de vrouw gastvrij is en werkers voor de Heer ontvangt en zij hun voedsel en onderdak aanbiedt, moet ze gewaarschuwd worden voor deze verleiders, die haar goedheid zouden misbruiken.

Hoe moet zij er nu achter komen of zij met een verleider te maken heeft, die de huizen binnensluipt en vrouwtjes gevangenneemt (2Tm 3:6)? Verleiders zullen niet zeggen dat zij dienaars van de satan zijn en dat zij erop uit zijn de heiligen te misleiden (2Ko 11:13-15). De apostel vertelt haar dat de verleiders zijn te herkennen aan wat ze niet belijden. Niet belijden betekent in werkelijkheid loochenen (1Jh 2:22).

Een verleider is iemand die een ander op een verkeerde weg voert. Het woord is afgeleid van ‘doen dwalen’ of ‘doen zwerven’. Het zijn mensen die zijn uitgegaan om de christenheid te verderven met boze leringen. Zij belijden Jezus Christus, maar “niet … als in [het] vlees gekomen”. ‘In het vlees gekomen’ houdt in dat Hij bij Zijn komst vlees geworden is, dat wil zeggen Mens geworden is en dat altijd zal blijven. Vanaf Zijn komst in het vlees behoort Zijn Mens-zijn evenzeer tot Zijn Persoon als Zijn Godheid.

De loochening van het waarachtig Mens-zijn van de Heer Jezus heeft ernstige consequenties voor het geloof. Als Hij namelijk niet waarachtig mens zou zijn geweest, zouden wij nooit behouden hebben kunnen worden. Door een mens was de zonde in de wereld gekomen en alleen een mens kon de zonde wegnemen. Dat heeft de Mens Jezus Christus gedaan.

De vele verleiders worden geïnspireerd door “de verleider en de antichrist”. De geest van die slechte persoon is in veel personen werkzaam. Ieder van de vele verleiders heeft persoonlijk een directe verbinding met dé verleider en dé antichrist. Een verleider is een voorafschaduwing en voorloper van die ene verleider en antichrist en bereidt voor hem de weg. Door deze verleiders wordt het fundament van het christelijk geloof aangetast. Dat gebeurt door het loochenen van de komst van Christus in het vlees.

Lees nog eens 2 Johannes 1:3-7.

Verwerking: Waarom is het belangrijk om in waarheid en liefde te wandelen?

Copyright information for DutKingComments