2 Kings 16:3

Achaz wordt koning van Juda

De geschiedschrijver gaat in dit hoofdstuk verder met de beschrijving van de koningen die over het tweestammenrijk hebben geregeerd. Achaz, de zoon van Jotham, is aan de macht gekomen. Dit hele hoofdstuk wordt aan hem gewijd en geeft een duidelijk beeld van zijn regering. Dat beeld is niet rooskleurig.

De samenvatting van zijn regering, die zestien jaar heeft geduurd, is dat “hij deed wat niet juist was in de ogen van de HEERE, zijn God, zoals zijn vader David”. Er staat niet dat hij deed wat slecht was, maar dat hij niet deed wat juist was. Dit is om de tegenstelling met David duidelijk te maken. David deed in alles wat juist was in de ogen van de HEERE. Alles wat Achaz doet, is volledig en radicaal in strijd met wat David deed. Dat er ook sprake is van “de HEERE, zijn God”, wordt gezegd omdat hij dat zo beleed.

De daden die van Achaz worden beschreven, getuigen van groot verderf. Het zijn daden naar het model van de koningen van Israël. Achaz doet er zelfs nog een schepje bovenop: “Ja, zelfs deed hij zijn zoon door het vuur gaan.” Hij offert zijn zoon aan het dodenrijk. Het blijft niet bij een handelwijze als de koningen van Israël, maar hij doet “overeenkomstig de gruweldaden van de heidenvolken die de HEERE van voor [de ogen van] de Israëlieten verdreven had”. Deze man is elke verbinding met de HEERE, zijn God, kwijt. Er bestaat het grootst mogelijke contrast tussen wat hij belijdt en wat hij doet.

Zijn hele op de afgoden en afgodendienst gerichte houding blijkt uit de offerplaatsen die hij heeft. Hij offert niet alleen op de hoogten die eerst aan de HEERE gewijd waren, maar op alles wat maar enigszins boven de aarde verheven is.

Copyright information for DutKingComments