2 Kings 19:19

Gebed van Hizkia

De reactie van Hizkia op de bedreigingen van de vijand is prachtig en navolgenswaardig. Hizkia neemt weer de toevlucht tot de HEERE. Wat hij doet, is altijd Gods grote doel met beproevingen. Het is ook mooi om te zien hoe hij dat doet. Hij vraagt niet aan God om een antwoord op die brieven voor de koning van Assyrië, maar om uitkomst voor de inhoud.

Hij spreidt de brieven met daarin alle dreigingen voor de HEERE uit. Hij maakt de HEERE met de inhoud ervan bekend. Zo mogen wij al onze noden stuk voor stuk voor de Heer neerleggen. We mogen alle dingen waarover we in zorg zitten, met naam en toenaam noemen.

Hizkia erkent God als de Enige op aarde. In dat besef nadert hij tot God. Hij spreekt God eerst aan met de naam “HEERE, God van Israël, Die tussen de cherubs troont”. Deze prachtige naam van God toont Zijn verbinding met Zijn volk aan en dat Hij regeert. Hizkia belijdt Hem als de enige God en dat niet alleen van Israël, maar “van alle koninkrijken van de aarde”. Dat is Hij, omdat Hij de Schepper van de hemel en de aarde is. Daarom is Hij de Bezitter ervan. Zoiets wordt nooit van of tegen enige afgod gezegd. God is de God van het heelal.

Die almachtige God kan worden benaderd en worden aangesproken en ertoe worden bewogen om te luisteren en te zien. Hizkia smeekt Hem aandacht te schenken aan ”de woorden van Sanherib, die hij gestuurd heeft om de levende God te honen”. We zien dat het Hizkia niet gaat om woorden die tegen hém gesproken zijn, maar om wat tegen de levende God is gezegd, waarmee Hij gehoond en beledigd is.

Hizkia is niet blind voor wat zijn vijand heeft gedaan. Het is allemaal waar wat de vijand heeft gezegd over volken en hun goden die zij hebben overwonnen. Maar Hizkia zegt er direct bij hoe dat komt. Natuurlijk kon de koning van Assyrië die goden overwinnen, want het waren slechts dode dingen van hout en steen, het werk van mensenhanden. Zulke dingen kun je gewoon oppakken en verbranden of stukgooien.

Hizkia weet dat ondanks alle wapenfeiten van de vijand, zijn God boven alles staat. Hij alleen is in staat te verlossen; Hij kan deze vijand oordelen. Hizkia vraagt om die verlossing aan de HEERE. Hij doet dat niet in de eerste plaats om zijn eigen behoud, maar opdat “alle koninkrijken van de aarde”, waarvan God de God is (2Kn 19:15), ook daadwerkelijk zullen weten dat Hij “alleen God” is (2Kn 19:19).

Copyright information for DutKingComments