2 Kings 2:11

Elia vaart op naar de hemel

Uit de mededeling dat zij “al sprekend verdergingen”, blijkt dat zij elkaars gedachten hebben leren kennen en vertrouwelijk met elkaar zijn omgegaan. Er zal in de loop der jaren een nauwe band zijn ontstaan tussen de beide mannen. Een “slaaf weet niet wat zijn heer doet” (Jh 15:15), maar Elisa is terdege op de hoogte van wat er met zijn ‘heer’ (2Kn 2:3; 5) zal gebeuren. Elisa staat ook niet op een afstand zoals de leerling-profeten (2Kn 2:7), van wie niet eens wordt vermeld of zij Elia die dag persoonlijk hebben gesproken (2Kn 2:3; 5). Hij noemt Elia dan ook met nadruk ‘mijn vader’ als hij het uitroept: “Mijn vader, mijn vader!” (2Kn 2:12).

We kunnen een praktische les trekken uit de wijze waarop Elia en Elisa met elkaar omgaan. Dit is een voorbeeld voor de manier waarop oudere en jongere gelovigen met elkaar zouden kunnen en moeten omgaan. Hoewel het geloofsvertrouwen van Elisa door zijn oudere metgezel wel op de proef wordt gesteld, zien wij hier toch ook een harmonisch samengaan van een oudere dienaar van de Heer met een jongere dienaar van de Heer. Elia is de geestelijke vader van Elisa (2Kn 2:12), zoals Paulus dat was van Timotheüs, die hij zijn “kind” noemt (1Tm 1:2; 2Tm 1:2). Zo worden jonge Godsmannen voorbereid op de taak die hun wacht.

De voorwaarde is dus dat Elisa ooggetuige is van de hemelvaart van Elia en dat dan zijn ogen door God Zelf zullen worden geopend voor het wonder dat zal plaatsvinden. En inderdaad wordt het Elisa vergund de wegneming van zijn meester te zien en zodoende een blik te slaan in de onzichtbare wereld (2Kn 2:11-12; vgl. 2Kn 6:17). Hij ziet hoe God een strijdwagen uit de hemel zendt, “een vurige wagen en vurige paarden”, om Elia – de trouwe en eenzame strijder voor Gods eer op aarde – op te nemen in Zijn heerlijkheid. Zo weten wij ook dat de Heer Jezus is opgenomen naar de hemel “terwijl zij toekeken” (Hd 1:9) en is gaan zitten “aan [de] rechterhand van God” (Mk 16:19).

Copyright information for DutKingComments