‏ 2 Kings 20

Ziekte en genezing van Hizkia

“In die dagen” (2Kn 20:1), dat wil zeggen in de dagen van zijn nood vanwege de vijand van buiten, wordt Hizkia ziek. Hij wordt zelfs zo ziek, dat hij moet sterven. Hizkia heeft zowel een beproeving vanbuiten, dat is de vijand die Jeruzalem heeft omsingeld, als een beproeving vanbinnen, in zichzelf. Deze tweede beproeving komt bovenop de eerste en is nog groter, want die betreft hemzelf.

Wat Hizkia overkomt, is een beeld van de beproevingen van het gelovig overblijfsel in de eindtijd dat ook een vijand vanbuiten heeft en ook een vijand vanbinnen. Beide vijanden zijn doodsbedreigend, maar de vijand vanbinnen is het ergst. De vijand vanbinnen is namelijk iemand van het volk zelf, de antichrist.

Jesaja komt naar Hizkia toe met de mededeling dat hij zal sterven en dat hij met het oog daarop de zaken van zijn huis moet regelen. Voor ons geldt dat wij onze zaken geregeld moeten hebben met het oog op de komst van de Heer. Die komst kan elk moment plaatsvinden en daarom moeten we er altijd klaar voor zijn.

De mededeling dat hij moet sterven, veroorzaakt een enorm verdriet bij Hizkia. Sterven is voor een oudtestamentische gelovige erg, zeker als hij nog betrekkelijk jong is zoals Hizkia, die hier ongeveer veertig jaar is. De belofte van de HEERE is immers een lang leven bij trouw aan Hem. Daar herinnert Hizkia de HEERE dan ook aan. Als hij nu zou worden weggenomen, zou het lijken alsof God hem wegneemt vanwege zijn slechte geestelijke toestand.

De HEERE wil Hizkia door wat hem hier overkomt, laten ontdekken wat de macht van de dood is. Hij wil hem ook laten ontdekken wat de macht van de opstanding is. We zien dat de Heer altijd rijkere lessen geeft dan wij op het eerste gezicht waarnemen. Gebeurtenissen waarvan wij menen dat ze een einde maken aan bepaalde dingen, zijn door God vaak niet bedoeld om ons iets af te nemen, maar om ons er iets bij te geven: een grotere kijk op Zijn macht.

Als Hizkia zijn verdriet heeft uitgestort bij de HEERE, krijgt Jesaja een nieuwe boodschap voor Hizkia. Als het woord van de HEERE tot Jesaja komt, is hij nog niet eens helemaal de deur uit. Daardoor is hij al snel bij Hizkia terug met het antwoord op zijn gebed.

Hizkia krijgt van de HEERE een prachtig antwoord. Jesaja moet hem het antwoord brengen namens “de HEERE, de God van uw vader David”. Daardoor wordt de blik weer gericht op David als beeld van de Messias. In het antwoord van de HEERE kunnen we een zevental zegeningen opmerken.

1. De HEERE heeft zijn gebed gehoord. Wij mogen ook weten dat de Heer al onze gebeden hoort.

2. De HEERE heeft zijn tranen gezien. De Heer kent ook van ons onze zielsbenauwdheid en ons berouw over onze zonden.

3. De HEERE zegt hem toe dat hij gezond zal worden. God zal Zich over hem ontfermen en zijn gezondheid herstellen door hem de kracht van de opstanding te laten ervaren, zoals de volgende regel toont. Voor ons geldt dat elk gebed dat in Zijn plan past, door Hem wordt verhoord. Het is geen aansporing voor ieder die ziek is, om herstel van die ziekte te claimen. Hizkia heeft geen gezondheid geclaimd. Hij heeft zijn nood bekendgemaakt en dit is Gods antwoord voor hem.

4. Na de belofte dat hij gezond zal worden, zegt de HEERE dat hij op de derde dag naar het huis van de HEERE zal gaan. De kracht van de opstanding zal hem naar het huis van de HEERE doen gaan. Voor ons betekent het dat wij, als we ons bewust zijn dat we nieuw leven hebben, onze plaats in de gemeente zullen innemen.

5. De HEERE belooft hem een verlenging van zijn leven van vijftien jaar.

6. De HEERE belooft dat hij zal worden gered uit de hand van de koning van Assyrië.

7. De HEERE belooft bescherming van de stad. Hizkia krijgt die bescherming op grond van Wie de HEERE is en omwille van de Messias.

De verhoring van het gebed van Hizkia gebeurt niet door een opzienbarend wonder. Voor zijn genezing wordt een gewoon, alledaags en tastbaar geneesmiddel gebruikt dat anderen bij hem moeten aanbrengen. Dat geneesmiddel is een klomp vijgen. Het resultaat is dat “hij werd genezen”.

In geestelijke zin zijn vijgen een beeld van gerechtigheid. Nathanaël zit onder de vijgenboom (Jh 1:49). De Heer Jezus zegt van hem dat hij een Israëliet is “in wie geen bedrog is” (Jh 1:48). Nathanaël en de vijgenboom geven een beeld van het gelovig overblijfsel dat gerechtigheid doet. Een vijgenkoek is zoet. Het kennen van de zoetheid van de gerechtigheid door gerechtigheid te doen brengt genezing.

Hizkia vraagt ook nog om een teken. Er lijkt een zeker gebrek aan geloof te zijn in wat de HEERE heeft gezegd. Dat gebrek aan geloof wordt niet ‘afgestraft’ met hem in zijn ziekte te laten met het verwijt dat hij maar had moeten geloven. Dat gebeurt nogal eens door de hedendaagse zogenaamde gebedsgenezers. In plaats daarvan krijgt hij van Jesaja de keus uit twee soorten tekenen. Zo komt God tegemoet aan het kleingeloof van Hizkia.

In het kiezen uit een van de twee tekenen zien we dat er toch geloof bij Hizkia is. Het is voor hem geen vraag of de tekenen die Jesaja hem voorstelt, wel gegeven kunnen worden. Hij overweegt in geloof welk teken het duidelijkst zal zijn. In die overweging komt hij tot de keus voor het minst voor de hand liggende teken. Het versneld vooruitgaan van de tijd is toch niet zo indrukwekkend als de tijd terug te zetten. Het gaat hier niet om de tijd van een klok, waarvan je wijzers kunt terugdraaien, maar om de zon die aan de hemel staat en waar geen mens, maar alleen God bij kan.

Als Hizkia zijn keus heeft gemaakt, roept Jesaja God aan. Ook Jesaja twijfelt niet aan de uitkomst. Op zijn gebed grijpt God in de natuur in. De hele natuur wordt door de God van de natuur teruggezet naar een situatie van tien treden geleden om een gelovige te helpen in Hem te geloven. Het hele verloop en de hele orde zijn in Zijn hand. Hij kan de zon en de maan stilzetten (Jz 10:12-13), en ook terugzetten, zoals Hij hier doet.

Het gezantschap uit Babel

In 2Kn 20:12 horen we voor het eerst in de geschiedenis van Israël over Babel. Babel is dan nog een onbeduidende stad en nog lang geen wereldmacht. De koning van Babel heeft gehoord van de ziekte en genezing van Hizkia. Dat is voor hem de aanleiding Hizkia te bezoeken. Het gaat de koning van Babel echter niet om de ziekte van Hizkia. Zijn bezoek heeft een politieke reden. Hij wil proberen Hizkia tot zijn bondgenoot te maken om met hem tegen Assyrië te strijden.

Dit bezoek wordt een val voor Hizkia. Hij is gevleid door dit bezoek. Verblind door het hoge bezoek vergeet hij de HEERE. Hij laat het gezantschap uit Babel alles zien wat hij in huis heeft, al zijn schatten. Dat moet toch wel indruk maken op dit gezantschap. Met geen woord rept hij over de HEERE en het wonder dat Hij aan hem heeft gedaan. Hij zwijgt over Hem Die de dreiging van de dood voor hem heeft weggenomen en Die hij daardoor heeft leren kennen als de God van de opstanding.

Als Hizkia de vragen van Jesaja heeft beantwoord, kondigt Jesaja het oordeel aan over alles wat Hizkia heeft laten zien. Hij voorzegt dat alles zal worden weggenomen en naar Babel zal worden gebracht. Er zullen niet alleen spullen worden weggevoerd, maar ook mensen. Zijn nakomelingen zullen naar Babel worden gevoerd om daar als hovelingen van de koning van Babel dienst te doen. Hier horen we de eerste aankondiging in de Schrift over de wegvoering van de twee stammen naar Babel.

Hizkia buigt zich onder dit oordeel. Hij accepteert het dat de HEERE dit doet. Daarbij spreekt hij met een zeker gevoel van dankbaarheid voor onverdiende genade de gedachte uit dat dit oordeel niet in zijn dagen zal plaatsvinden.

De dood van Hizkia

Hizkia is machtig geweest. Die macht is beschreven in het voor ons onbekend gebleven “boek van de kronieken van de koningen van Juda”. Als bijzonderheid wordt nog vermeld dat Hizkia water vanuit de door hem gemaakte vijver en via de door hem gemaakte waterloop in de stad heeft gebracht. Bij een beleg is het van levensbelang dat de watervoorziening is veiliggesteld. Daar heeft Hizkia voor gezorgd. Geestelijk is het ook van belang om in tijden van beproeving Gods Woord, dat met water wordt vergeleken, tot ons te kunnen nemen.

Ook aan de extra vijftien jaren komt een einde. Hizkia sterft. Dit einde is net als bij de andere koningen van Juda lager dan hij begon. Hij heeft beter kunnen omgaan met benauwdheid dan met voorspoed. Hij heeft beter kunnen omgaan met ziekte dan met gezondheid. Ziekte en benauwdheid hebben hem naar de HEERE uitgedreven. Zijn gezondheid en voorspoed hebben ertoe geleid dat hij de HEERE is vergeten.

Copyright information for DutKingComments