2 Kings 23:25

Laatste daden en getuigenis van Josia

Josia voert de woorden van de wet tot de laatste letter uit. Het Woord leeft zo krachtig in hem omdat het zo fris voor hem is. Hij wil met alle kracht en ijver daaraan gehoorzaam zijn. Hij kan pas tevreden zijn als alles is weggedaan wat een belediging voor God en ongehoorzaamheid aan Zijn Woord is. Het lijkt erop dat hij na het Pascha nog weer dieper onder de indruk is van Gods Woord en Gods heiligheid, zodat hij nog een keer een rondgang door Juda en Jeruzalem maakt om te zien of er nog wat op te ruimen valt.

Wat er mogelijk nog aan zijn aandacht is ontsnapt, wordt tijdens deze inspectieronde gezien en weggedaan. Het betreft dodenbezweerders en waarzeggers, die zich zoveel mogelijk verborgen zullen hebben gehouden. Ze zullen hun werken van de duisternis zo stiekem mogelijk zijn gaan doen, maar ontkomen toch niet aan de zuiveringsacties van Josia, net zomin als de beelden waarvan ze zich hebben bediend.

Het getuigenis dat van Josia wordt gegeven, lijkt veel op wat ook van Hizkia wordt gezegd. Ook van Hizkia wordt gezegd dat er vóór hem en na hem niemand is die aan hem gelijk is. Hoe kan dat? De oplossing kan zijn dat zij beiden de beste zijn in verschillend opzicht. Hizkia heeft zijn gelijke niet als het gaat om vertrouwen op God. Josia heeft zijn gelijke niet als het gaat om gehoorzaamheid aan het Woord van God, waarnaar hij steeds heeft gehandeld. Hij heeft Gods Woord bewaard en Gods Naam niet verloochend.

Zijn waarachtige en diepgaande bekering “met heel zijn hart, heel zijn ziel en met heel zijn kracht tot de HEERE” (2Kn 23:25; vgl. Dt 6:5) heeft overvloedig werken voortgebracht de bekering waardig. Dit getuigenis van zijn bekering is ook uniek in de Schrift. Dat er niemand zoals hij na hem is opgestaan, wordt wel snel duidelijk in de koningen die na hem komen. Die koningen hebben in rap tempo het oordeel van God door de wegvoering naar Babel over Juda en Jeruzalem gehaald.

Copyright information for DutKingComments