2 Kings 4:1

Inleiding

Er is veel ‘dood’ in dit hoofdstuk: een leerling-profeet (2Kn 4:1); de man van de Sunamitische, in zijn afgestorven lichaam (2Kn 4:14); de zoon van de Sunamitische (2Kn 4:20); de dood in de pot (2Kn 4:40). Er is ook veel leven in dit hoofdstuk, want op de dood volgt telkens het leven. Niet de dood heeft het laatste woord, maar het leven.

Een weduwe komt bij Elisa

De geschiedenis van de olie van de weduwe en de geschiedenis van de drie koningen in het vorige hoofdstuk gaan allebei over schuldenaars. Mesa moest schatting betalen en de vrouw moet ook een schuld betalen. Het verschil is dat de koning van Moab wel kon betalen, maar niet wilde, terwijl de vrouw wel wil, maar niet kan, want ze is arm.

De vorige geschiedenis gaat over drie personen, drie koningen, te weten de koning van Israël, Joram, de koning van Juda, Josafat, en de koning van Edom. Deze geschiedenis gaat ook over drie personen, te weten een weduwe en haar beide zonen. In beide geschiedenissen is sprake van wanhoop. De koningen dreigen om te komen door gebrek aan water en doen daarom een beroep op de man Gods. Daarop verschijnt Elisa en helpt. Zo doet ook de vrouw een beroep op hem en hij komt en helpt. Beide geschiedenissen eindigen met een zoon. In de eerste wordt een zoon ter dood gebracht, in de tweede is er leven voor twee zonen.

In de eerste geschiedenis geeft de man Gods opdracht om geulen te graven, lege geulen. Daarvoor moest hard gewerkt worden. In de tweede moet de vrouw lege vaten verzamelen. Ook daarvoor moet hard gewerkt worden. In beide geschiedenissen wordt gevuld wat leeg is, maar wel met een verschillende inhoud. De geulen worden gevuld met water, de vaten worden gevuld met olie.

Water is een beeld van het Woord van God. Zo is het toegepast in het vorige hoofdstuk. Water is echter ook een symbool van de Geest van God, net als de olie. Water en olie als een beeld van de Heilige Geest zien we in de “stromen van levend water” (Jh 7:39) en in de “zalving vanwege de Heilige” (1Jh 2:20). Water en olie geven verschillende aspecten van het werk van de Geest weer. Hoe de Geest werkt, zien we bijvoorbeeld in het evangelie naar Lukas waar we mensen ontmoeten die vervuld zijn met de Geest: Johannes, Elizabeth, Zacharia, Simeon (vgl. Ef 5:18b).

Een weduwe komt met haar nood bij Elisa voor een oplossing van haar nood. Ze herinnert Elisa aan haar man als iemand die hij heeft gekend. Ze getuigt van hem dat hij hem heeft gekend als trouw en gehoorzaam aan het Woord van God. Zijn vrouw en kinderen volgden hem daarin. De man vreesde God.

Een weduwe is een hulpbehoevende (vgl. Jk 1:27a), iemand die afhankelijk is van de HEERE. De vrouw vertelt hem haar situatie. Elisa betwist het recht van de schuldeiser niet. Het gaat in de persoon van de vrouw om een gelovige die in ellendige omstandigheden verkeert. Ze is een beeld van een gelovige onder de wet. De wet voert het geestelijk leven tot slavernij.

Het gaat hier om de gerechtigheid van het vlees, de aanspraken van de wet, de slavernij van het vlees. De zonen dreigen tot slaven gemaakt te worden. In Handelingen 15 lezen we over een poging om de gelovigen aan de wet te onderwerpen en hoe de apostelen daarop reageren (Hd 15:1-31; zie ook de brief aan de Galaten). Tegenover de wet staat de vrijheid van de Geest.

Copyright information for DutKingComments