2 Kings 4:14

Elisa belooft de vrouw een zoon

Elisa wil zijn erkentelijkheid voor wat de vrouw voor hem doet tot uiting brengen. Hij heeft daartoe de middelen en invloed bij hogere instanties. Als hij haar voorstelt die middelen en invloed ten gunste van haar te gebruiken, wijst ze dat aanbod af met als motief: “Ik woon te midden van mijn volk.” De vrouw heeft bij al haar mooie eigenschappen ook dat zij tevreden is. Ze is ermee tevreden dat zij te midden van haar volk, dat is Gods volk, woont. Bij haar is de zeldzame combinatie aanwezig van Godsvrucht en tevredenheid (1Tm 6:6).

Elisa vraagt zijn knecht wat haar ontbreekt. Gehazi blijkt haar verborgen wens te kennen. Ook weet hij dat er menselijkerwijs niet meer aan die wens kan worden voldaan. Hij deelt dit Elisa mee. De reactie van Elisa is mooi. Hij erkent de juistheid van wat Gehazi heeft opgemerkt. Hij maakt gebruik van de informatie van zijn knecht die later toch bewijst een slechte knecht te zijn. Slechte mensen hebben soms een goed inzicht in situaties waarin zelfs een man Gods blijkbaar geen inzicht heeft. Hij gebiedt Gehazi de vrouw te roepen. Gehazi gehoorzaamt en de vrouw komt.

Elisa kent Gods gedachten. Hij belooft haar dat ze over een jaar een zoon zal omhelzen (vgl. Gn 18:14). De vrouw kan het niet geloven, maar het woord van de man Gods komt uit. De jongen wordt geboren door het woord van God uit de mond van de man van God. Het is een daad van God. Izak, Simson, Samuel en Johannes zijn ook allen geboren door Gods ingrijpen.

Copyright information for DutKingComments