2 Kings 4:23

De vrouw brengt haar nood bij Elisa

De dood van haar kind maakt de vrouw niet radeloos. Ze brengt hem naar het bed van de man Gods dat daardoor een doodsbed wordt. Dit is de mooiste plaats in het huis. Ze sluit de deur. Het is ermee als met onze kinderen die zich laten dopen. In hun doop worden zij vereenzelvigd met de dood van de Heer Jezus (Rm 6:3).

De dood van haar kind maakt haar niet passief, maar actief. Ze verzoent zich er niet mee dat haar kind gestorven is, maar ze wil naar de man Gods die haar dit kind had beloofd. Voordat ze gaat, vertelt ze haar man dat ze naar de man Gods gaat. Haar man volgt haar niet. Hij stelt alleen een vraag en stelt ook vast dat er geen aanleiding is naar de man Gods te gaan. Hij voelt geen nood en denkt alleen in termen van godsdienstigheid.

De man stelt mensen voor die alleen maar aan God kunnen denken in verband met speciale dagen en het voldoen aan godsdienstige verplichtingen. Hij is iemand met een orthodox geloof zonder leven. De vrouw kan haar verdriet niet delen met haar man. Op zijn vraag deelt ze hem mee dat het “goed zo” is. Ze weet dat ze bij hem geen begrip zal vinden voor haar verdriet en voor de weg van geloof die ze daarin gaat.

Dan gaat ze op weg naar de man Gods. Dat doet ze niet in een rustig tempo, maar met grote spoed. Het kind is gestorven. Voor hem is deze spoed niet nodig. Haar nood is echter groot en ook haar vertrouwen in de hulp van de man Gods. Daarom haast ze zich. Als Elisa haar al van ver herkent, stuurt hij haar zijn knecht Gehazi tegemoet om haar te vragen of het met haar, haar man en haar kind goed gaat. De vrouw antwoordt beleefd op de vragen van Gehazi, maar neemt geen genoegen met de knecht. Ook tegen hem zegt ze dat het “goed” is, want ze weet dat ook hij haar niet kan begrijpen als ze hem haar nood zou vertellen. Ze weet ook dat hij haar nog minder zou kunnen helpen. Haar geloof is alleen tevreden met de man Gods.

De vrouw overwint twee hindernissen van het geloof. De eerste hindernis bestaat uit de godsdienstige verplichtingen van de natuurlijke mens die we in haar man zien. De tweede hindernis is het gedrag van Gehazi. In Gehazi zien we iemand die zich opwerpt als de beschermer van wat hij als gepast gedrag tegenover de man Gods ziet, terwijl hij het geloof van de man Gods mist. Beide hindernissen zijn uitingen van orthodoxie zonder leven.

Als de vrouw bij Elisa is, werpt ze zich aan zijn voeten en grijpt die vast. Daarop doet Gehazi wat ook de discipelen deden, toen zij hen bestraften die kinderen bij de Heer Jezus brachten (Mt 19:13-14). Het is gemakkelijker mensen uit onbegrip te verstoten dan harten te peilen die vol verdriet zijn. Evenals de Heer Jezus het voor de kinderen opnam, neemt Elisa het voor de vrouw op.

Hij is echter niet als de Heer Jezus Die alles wist. Elisa moest ook een les leren. Een man Gods is altijd in de leerschool van God. Iemand die het Woord van God brengt, heeft niet altijd alle antwoorden. Na zijn erkenning dat hij niet weet wat de vrouw bezighoudt, spreekt de vrouw. Ze zegt niet ronduit dat haar zoon gestorven is, maar brengt haar geschokte vertrouwen tot uitdrukking.

Copyright information for DutKingComments