2 Kings 4:8

Een kamer voor Elisa

Als we de Heilige Geest laten werken, als we “leven van wat overblijft” (2Kn 4:7), wil dat zeggen dat we de kracht van de opstanding leren kennen. Dat zien we in deze geschiedenis. ‘Leven van wat overblijft’ wil zeggen, leven van de rijkdommen van de Geest. Dat zien we bij de Sunamitische. De arme weduwe van 2Kn 4:1 is een rijke vrouw, een vrouw van aanzien, geworden. Er ontbreekt haar echter iets en dat is een zoon. Er is liefde, er zijn moederlijke gevoelens, maar er is niemand aan wie ze die gevoelens kwijt kan. Nu wordt de les geleerd dat de geestelijke rijkdommen genoten kunnen worden op grond van de dood en de opstanding.

De vrouw heeft het hart op de goede plaats en is gastvrij. Elisa maakt graag gebruik van haar gastvrijheid. Elia was de man van de eenzaamheid. Elisa is een man van gezelschap. Het is voor Elisa een weldaad in het doodse klimaat van het goddeloze Israël een huis te hebben waar hij welkom is. Zo heeft de Heer Jezus op aarde een huis in Bethanië waar Hij welkom is en in Maria een vrouw die Hem begrijpt.

Meerdere personen spelen een rol in deze geschiedenis, allemaal een verschillende, en van al deze personen kunnen we leren:

1. De moeder heeft zorg voor mensen, voor Elisa en haar zoon. In de gemeente zijn mensen die zorg hebben voor anderen.

2. Elisa is de leraar, de man met het Woord van God.

3. Gehazi is de knecht.

4. De jongen kunnen we zien als een beeld van jonge mensen in de gemeente.

5. De vader, een man die geen verantwoordelijkheid neemt, stelt de vleselijke gelovige voor, de man van het uiterlijke geloof.

De vrouw heeft geestelijk onderscheidingsvermogen. Ze heeft ontdekt dat Elisa een man Gods is en dat hij heilig is. Dat zegt ook iets van de wandel, het gedrag van Elisa. Hij leeft een aan God toegewijd leven. Daarom gunt zij hem een afzonderlijk vertrek. Ze wil hem niet meer als een bezoeker, maar als een voortdurende gast. Zo is het een verlangen van Christus dat wij Hem niet als een Bezoeker van ons hart en leven hebben, maar als een voortdurend aanwezige Gast.

Ze spreekt met haar man over haar plan, waarmee ze hem erkent als haar hoofd. De vrouw laat een afzonderlijk vertrek op het dak maken, met een sobere inrichting. Ze overlaadt hem niet met allerlei weldaden. Daardoor zal, om zo te zeggen, Elisa niet in de verleiding komen om naar dit huis te gaan vanwege de overvloed die hij daar steeds krijgt.

De kleine bovenkamer is een type van geloofsoefeningen van de gemeente, die door een huis wordt voorgesteld. In de inventaris kunnen we ook een geestelijke betekenis zien:

1. Een “bed” spreekt van rust. Christus geeft rust. De gezonde leer geeft rust.

2. Een “tafel” spreekt van gemeenschap.

3. Een “stoel” is om te zitten en te studeren, om onderwijs te ontvangen en ook om onderwijs door te geven.

4. De “kandelaar” spreekt van voorlichting door de Heilige Geest en het verspreiden van licht.

Copyright information for DutKingComments