2 Kings 7:9

Een goede boodschap moet verteld worden

Nadat ze zo in hun zegeningen zijn opgegaan, komen ze tot bezinning. Ze zien in dat het een dag van goede boodschap is. De redding die hun ten deel is gevallen, mogen ze niet voor zichzelf houden. Als wij de geestelijke rijkdommen die wij als gelovigen hebben ontvangen, werkelijk waarderen, zullen we ze uitdelen. Het is niet alleen belangrijk om het evangelie uit te dragen aan ongelovigen, het is ook belangrijk “de verborgenheid van het evangelie” (Ef 6:19) te delen met geestelijk arme gelovigen.

De mannen spreken over het daglicht dat zal aanbreken en dat dan hun schuld vastgesteld zal worden als ze alles alleen voor zichzelf hebben gehouden. We zien hierin een beeld van het ‘daglicht’ van de rechterstoel van Christus, waar alles openbaar zal worden (2Ko 5:10). Christus zal, wanneer Hij op de rechterstoel zit en wij daar voor Hem verschijnen, duidelijk maken wat we hebben gedaan met wat we hebben ontvangen. Zal Hij, of zullen gelovigen, ons soms het verwijt moeten maken dat we alle rijkdommen voor onszelf hebben gehouden?

De mannen voegen de daad bij het woord en gaan naar de stad. De koning en het volk moeten weten wat zij hebben ontdekt. Op dat moment slaapt het volk in de stad met hongerige magen. Ze zijn naar bed gegaan met de enige wetenschap dat ze er de volgende dag nog ellendiger aan toe zullen zijn.

De vier mannen gaan met het goede nieuws naar de poortwachter. Ze kunnen niet anders, het is hun onmogelijk over deze dingen te zwijgen, net zoals het later voor de apostelen onmogelijk is niet over Christus te spreken (Hd 4:20). De liefde van Christus dringt hen (vgl. 2Ko 5:14a). De poortwachter meldt het verhaal van de vier melaatsen in het koninklijk paleis. Het goede nieuws wordt doorgegeven, steeds hoger op, tot aan de koning.

Copyright information for DutKingComments