2 Kings 8:7-15

Hazaël koning van Syrië

Elisa blijft op de achtergrond, zijn dienst is nagenoeg ten einde. Toch heeft hij nog iets te doen en wel Hazaël zalven. Hij moet dat doen in plaats van Elia aan wie die opdracht gegeven was (1Kn 19:15). Dat dit nog niet is gebeurd, is een bewijs van Gods genade Die het volk een langere tijd geeft om tot bekering te komen. Maar dan komt toch de tijd van de zalving van Hazaël, zoals de HEERE tot Elia heeft gezegd. Hier wordt de tuchtroede van God door Hem voorbereid, want de genade is door Zijn volk niet aangenomen. Daarvoor komt Elisa naar Damascus. Op dat moment is de koning van Syrië ziek.

God gebruikt de ziekte van Benhadad om Elisa met Hazaël in contact te brengen. Benhadad wil weten hoe het met hem zal aflopen. Hij ziet Elisa als een medium dat door een koopsom tot een gunstige bezwering bereid zal zijn. Misschien heeft hij gehoord van de genezing van Naäman. Hij stuurt Hazaël, zijn knecht, met een geschenk naar Elisa toe om hem de vraag naar de afloop van zijn ziekte te stellen. Het is een enorm geschenk. Dat zien we als we dit geschenk vergelijken met het geschenk dat Naäman heeft meegebracht (2Kn 5:5).

In zijn vraag spreekt Benhadad Elisa als vader aan door zich als “uw zoon” tot hem te richten. Elisa heeft een dubbel antwoord. Enerzijds zal hij van zijn ziekte herstellen, want zijn ziekte is niet dodelijk. Anderzijds zal hij toch sterven, maar dan door de moordenaarshand van Hazaël. De genezing is een woord tot Benhadad, zijn dood is een woord over hem.

Als Elisa dat voor zijn geestesoog ziet, kan hij zich niet inhouden en barst in tranen uit. Hij ziet de gevolgen van wat Hazaël zal doen. Hij huilt, omdat zijn dienst tevergeefs is geweest en het volk onder het oordeel zal komen. Dat is uiteindelijk de ervaring van iedere dienaar van de Heer. De toestand is ondanks zijn dienst slechter geworden. Zo is het gegaan met de apostelen en de reformatoren en de mannen van het reveil. Het is nog steeds zo. Dat maakt de dienst niet aantrekkelijk. Aan het einde van de dienst blijft het oordeel over.

Weten wij wat er met de wereld zal gebeuren, wat verdorven mensen aan leed zullen veroorzaken, wat valse leraren voor kwaad zullen doen in de christenheid, wat antichristen voor geestelijk leed en geestelijke dood zullen veroorzaken? Wat doet dat ons, brengt het ons tot huilen zoals Elisa?

Hazaël doet alsof hij niet weet waarover het gaat. Hij stelt zich op als iemand die tot zoiets niet in staat is. Maar innerlijk broeit zijn plan. Dan zegt Elisa dat hij koning zal worden. Dat God heeft bepaald dat hij koning zal worden, verandert niets aan zijn verantwoordelijkheid. Net als Jerobeam, die ook te horen heeft gekregen dat hij koning zou worden, neemt hij het recht in eigen hand als het gaat om het moment waarop hij koning wordt.

Als Hazaël verslag uitbrengt aan Benhadad, vertelt hij slechts de helft van het verhaal dat Elisa hem heeft verteld. Hij vertelt Benhadad dat zijn ziekte niet tot de dood is. De andere helft van het verhaal vertelt Hazaël niet, maar wordt door hem vervuld. Hij vermoordt zijn koning en wordt koning in diens plaats.

Copyright information for DutKingComments