2 Samuel 14:14

De vrouw verklaart het verhaal

De vrouw komt nu tot de zaak zelf. Ze vraagt of ze mag vertellen wat haar bedoeling is. Ze doet dat op dezelfde slinkse manier in de lijn van haar verhaal, zonder de naam van Absalom te noemen. Ze beschuldigt David ervan dat hij het volk, door Absalom weg te sturen, van een waardevolle man heeft beroofd. Hij heeft daarmee “tegen het volk van God” gehandeld. Met andere woorden zegt ze tegen David wat ook Nathan tegen hem heeft gezegd: ‘U bent de schuldige.’ Die schuld blijkt uit het feit dat hij “de door hem verstotene”, dat is Absalom, niet terughaalt.

Absalom lijkt populair onder het volk. Ze wil dat David genade bewijst, maar ze heeft er geen andere grond voor dan zijn populariteit. Over zijn berouw over de zonde rept ze met geen woord. Dat toont aan dat zij God buiten deze zaak laat en vooral ook dat Joab God erbuiten laat. God bewijst geen mens de genade van de vergeving als die mens niet eerst zijn zonde belijdt. Alleen als zonde beleden wordt, vergeeft God. David wordt door Joab via deze vrouw tot een betoon van genade misleid zonder dat aan de gerechtigheid is voldaan.

Ze voegt er nog aan toe dat Absalom niet meer tot hem kan terugkeren als hij sterft. De dood van een mens is als het uitgieten van water op de aarde. Dat water kan niet meer worden verzameld. Het is verdwenen in de aarde. En is het niet zo, dat God er toch ook mee bezig is om iemand die verstoten is weer terug te brengen? Ze gebruikt een vroom argument en stelt God voor als die liefdevolle God Die toch ook wil dat Absalom terugkeert.

Het is waar dat God de verstotene terugbrengt, maar wel via de weg van berouw en bekering. Hij bewijst genade op grond van gerechtigheid. Als er echter geen bekering is, is er geen genade. Voor ons is hier de les dat wij leren op de manier van God waar te maken dat Hij het leven niet wegneemt, maar wegen zoekt dat een verstotene niet van Hem verstoten blijft (2Sm 14:14b).

Na de argumenten die David ertoe moeten bewegen Absalom weer te laten terugkeren, wacht ze niet op antwoord van de koning. Ze praat direct door, waarbij ze terugkomt op haar voorbeeld. Ze herinnert hem aan haar angst voor haar familie ten aanzien van haar zoon. Ze wil hem met de nodige dramatiek tot een beslissing forceren.

Na de dramatiek schakelt ze ineens over op vleierij. Het hoort allemaal bij de door haar gebruikte retoriek. Niemand anders dan hij, koning David, kan in de dreigende dood van haar zoon een verandering ten goede brengen. Hij is “als een engel van God” en als geen ander in staat om te luisteren naar een probleem en het juiste onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Ten slotte wenst ze hem toe dat de HEERE, zijn God met hem zal zijn.

Copyright information for DutKingComments