2 Samuel 18:3

Voorbereiding op de strijd

David verdeelt het volk dat bij hem is in groepen van duizend man die hij verder onderverdeelt in groepen van honderd man. Over al die groepen stelt hij bevelhebbers aan. Daarna verdeelt hij het totale volk in drie grote groepen. Joab, Abisaï en Ithai krijgen ieder het opperbevel over een groep. David wil aan het hoofd van het hele leger mee uittrekken.

Als hij dat voorstelt, komt de liefde van het volk voor hem naar boven. Ze weten wat Achitofel ook wist, dat het de vijand alleen om David te doen is (2Sm 17:3). Ze gebruiken hetzelfde argument als Achitofel. Ze zijn zich ervan bewust dat het met het volk als geheel gedaan zal zijn als hij sneuvelt. David is de band die allen samenbindt. Als hij uit de weg is geruimd, is er geen band meer.

Dat geldt ook nu. De Heer Jezus is de band die de gelovigen samenbindt. Als andere dingen Hem van de centrale plaats verdrijven, als andere dingen belangrijk worden in het persoonlijke leven, wordt de band met de gelovigen niet meer beleefd. We gaan voor onszelf leven en worden zo een gemakkelijke prooi voor de vijand.

Het volk heeft een ander voorstel en dat is dat David in de stad blijft en hen vanuit de stad te hulp komt. David neemt de raad van het volk aan (2Sm 18:4). Zo wil ook de Heer Jezus graag van ons horen hoe wij ons de strijd voorstellen. Als we Hem kennen, zullen we met plannen komen die Hij kan goedkeuren, zoals ook David hier doet. Het is natuurlijk bemoedigend dat wij er in onze strijd niet alleen voor staan. Het bewustzijn dat de Heer ons vanuit ‘de stad’ te hulp komt, geeft kracht voor de strijd.

In 2Sm 18:5 vraagt David aan zijn generaals of ze “de jongen”, dat is Absalom, met zachtheid willen behandelen en wel ter wille van hem. Dit is de zwakheid van David. Hier is David de zwakke vader. Zijn voorliefde voor zijn opstandige zoon die hem al zo vaak parten heeft gespeeld, is onverminderd gebleven. Hij vraagt een opstandeling te sparen en dat om zichzelf te beschermen. In de toevoeging “ter wille van mij” kunnen we misschien enige manipulatie opmerken.

Hij weet dat zijn zoon de dood verdient, maar hij doet een beroep op hun trouw aan hem om de jongen te sparen. Door over Absalom als “jongen” te spreken lijkt David het grote gevaar, dat zijn zoon toch zeker is, enigszins te relativeren. Hij probeert het handelen van Absalom terug te brengen van opstand tegen zijn vader en God tot het in jeugdige overmoed handelen van een baldadige jongen die je niet helemaal voor zijn daden verantwoordelijk kunt stellen. David zoekt naar verontschuldigingen.

Zijn vraag betekent overigens dat hij niet aan de uitslag van de strijd twijfelt. Het staat voor hem vast dat zijn leger de overwinning zal behalen en dat Absalom in hun handen zal vallen. Daarom vraagt hij de jongen met zachtheid te behandelen en het recht niet in eigen hand te nemen, maar de uitoefening van het recht aan hem als koning over te laten.

Onze kinderen zijn ons grootste zwakheid. Absalom is geen jongen meer. Hij heeft al volwassen kinderen. We horen hier de taal van een vader. Absalom wil alleen David doden, David wil alleen Absalom sparen. Iemand heeft gezegd: Nooit was een onnatuurlijke haat ten opzichte van een vader sterker dan in Absalom en nooit was een natuurlijke genegenheid voor een kind sterker dan in David.

Copyright information for DutKingComments