2 Samuel 5:17-25

David verslaat de Filistijnen

De oorlogen van David met de Filistijnen komen na de verovering van Jeruzalem en nadat het hele volk hem tot koning heeft gezalfd. Zij zijn de eerste vijanden die zich melden. Later komen er nog meer. Een verslagen vijand is voor andere vijanden geen waarschuwing. Hetzelfde verzet tegen de door God gegeven koning kenmerkt hen allen. Het verslaan van de Filistijnen is een van de opdrachten die David als koning over het huis van Juda heeft gekregen (2Sm 3:18).

Als Jeruzalem wordt ingenomen, zijn alle vijanden nog niet aan David onderworpen. Dat geldt ook voor Christus. Als Hij neerdaalt van de hemel, zal Hij eerst de Assyriërs verdelgen. Dan zal Hij in Jeruzalem Zijn troon vestigen, waarna Hij door middel van Zijn eigen volk andere vijanden van Israël zal verdelgen.

De Filistijnen hebben zich eerst rustig gehouden, maar nu David zo sterk wordt en ze in hem een bedreiging zien, trekken ze tegen hem op. De vestiging van de troon van David brengt de Filistijnen in beweging om David om te brengen en zijn invloed weg te nemen. Het is ermee als met de terugkeer van de Heer Jezus naar de aarde. De mens zal zich dan tot het uiterste verzetten en zo een snel verderf over zichzelf brengen.

De actie van de Filistijnen heeft voor ons een geestelijke betekenis. Naamchristenen gaan tot actie over als wij de Heer Jezus de volle heerschappij in ons leven willen geven. Zij zullen invloed in ons leven proberen te krijgen om Zijn gezag te verminderen.

Hier zien we weer de afhankelijke David. Ondanks zijn sterke leger vraagt hij de HEERE of hij moet optrekken. David behaalt de overwinning door afhankelijkheid. Hij neemt de afgoden mee om ze te verbranden (1Kr 14:12).

De Filistijnen nog eens verslagen

De vijand is niet definitief verslagen. De Filistijnen trekken opnieuw op. David vraagt opnieuw aan de HEERE wat hij moet doen. De vorige toestemming (2Sm 5:19) betekent niet een voortdurende toestemming. We zijn van stap tot stap afhankelijk van de Heer. Dat geldt voor ons allemaal. Ieder heeft een eigen verhouding met de Heer. Wat de Heer de een laat doen, verbiedt Hij een ander. God verklaart niet altijd waarom Hij de ene keer dit en de andere keer dat zegt. Het gaat erom dat wij moeten gehoorzamen, ook al begrijpen wij het niet. Het voornemen van de Heer verandert nooit, maar Zijn wegen veranderen wel eens.

Twee keer wordt David aangevallen en beide keren vraagt hij aan God wat hij moet doen. Twee keer krijgt hij antwoord, twee keer gehoorzaamt hij en twee keer verslaat hij de vijand. Hij krijgt de tweede keer een ander antwoord dan de eerste keer. God geeft geen standaardantwoord op onze vragen. Daarom moeten we telkens opnieuw naar Hem toe gaan. We moeten niet zijn als Simson, die zei: “Ik zal net als de andere keren vrijkomen en [hen] van mij afschudden” (Ri 16:20). Hij wist echter niet dat de HEERE van hem was geweken en daarmee zijn kracht, zodat hij de nederlaag leed. Afhankelijkheid van de Heer is altijd het geheim van de overwinning in ons leven.

David krijgt duidelijke aanwijzingen voor de strijd. Alleen door die op te volgen is de overwinning zeker. Dit keer moet hij wachten tot hij het geluid van voetstappen in de toppen van de moerbeibomen hoort. Dat betekent dat hij tijdens het wachten goed moet luisteren om de weg vast te stellen die de HEERE voor hem uit gaat. Het is belangrijk voor ons dat onze oren open zijn voor Gods Woord, dat onze ogen open zijn voor Zijn aanwijzingen en dat onze voeten op Zijn wegen gaan.

Het horen van de voetstappen van de HEERE is een bijzondere ervaring voor David. De HEERE wandelt op ‘tranenbomen’, dat is de letterlijke betekenis van de naam “moerbeibomen”. In Psalm 84 wordt het ‘tranendal’ gemaakt tot een dal van bronnen (Ps 84:7). Waar tranen zijn, ontsluit God een bron van verkwikking. Bij strijd die moeite geeft, geeft God kracht.

David is ook een voorbeeld voor ons als beeld van de Heer Jezus. De Heer Jezus is onze Heer. Wij hebben te maken met Filistijnen, mensen die zich op het christelijk terrein bevinden, maar ongelovigen zijn. Het zijn mensen die, in beeld, nooit door de Rode Zee, de woestijn en de Jordaan getrokken zijn. Het zijn valse broeders, mensen die niet bij de gemeente horen. David heeft de kracht hen te bestrijden. Hij is ook een voorbeeld van voorgangers die Gods volk beschermen tegen verkeerde invloeden.

Het volgende hoofdstuk laat zien dat de Filistijn niet alleen van buiten tot ons komt, maar ook in ons is. We zien daar dat David een Filistijnse methode hanteert om de ark te transporteren.

Copyright information for DutKingComments