2 Samuel 6:17

Offers en voedsel

De ark komt op Sion. In de geestelijke betekenis staat Sion tegenover de Sinaï. Sion staat voor de genade, de Sinaï voor de wet (Hb 12:18-22). Op Sion vindt de ark zijn uiteindelijke plaats. Daar woont Gods volk bij Hem van Wie de ark spreekt. In de toekomst is Sion het middelpunt van de aarde.

In het Nieuwe Testament zien we de vervulling van dit oudtestamentische beeld, wanneer op de eerste dag van de week de Heer Jezus in het midden van de discipelen komt (Jh 20:19). Daar zien we de heerlijkheid van Hem van Wie de ark spreekt in de kracht van de opstanding, nadat Hij in de handen van ‘de Filistijnen’, de godsdienstige leiders van het volk, is geweest.

David is ook een uitdeler van zegen en voedsel, zoals Melchizedek dat eens was (Gn 14:18-19). Als hij de offers heeft gebracht, zegent hij “het volk in de Naam van de HEERE van de legermachten”. Hier is een man die zijn vreugde in de HEERE heeft, voor wie God het grote doel is, maar die ook een hart voor Gods volk heeft. Niet alleen verheugt hij zich erover dat hij in de tegenwoordigheid van God is, maar hij wil ook anderen graag daarheen leiden. Hij denkt aan het hele volk en geeft allen een rijke zegen. Wat een contrast met drie maanden eerder. Toen had hij geen zegen voor het volk. We zijn alleen voor anderen tot zegen als we in de weg van de wil van de Heer zijn.

Het is belangrijk dat we Christus als middelpunt erkennen en ons daarbij tegelijk realiseren dat dit voor alle ware kinderen van God geldt. David deelt uit “aan heel het volk, aan heel de menigte van Israël, van de man tot de vrouw toe”. Paulus weigert ook sektarisch te zijn en deel uit te maken van een partij. Hij schrijft aan de Korinthiërs: “Is Christus gedeeld?” (1Ko 1:13). En aan de Filippenzen schrijft hij: “Want God is mijn Getuige hoezeer ik naar u allen verlang” (Fp 1:8).

Copyright information for DutKingComments