2 Samuel 7:18

Dankgebed van David

Na alles wat David van Nathan heeft gehoord, gaat hij naar de HEERE. Hij neemt plaats “voor het aangezicht van de HEERE”. Hij gaat bij Hem zitten, in alle rust in Zijn tegenwoordigheid (2Sm 7:18). Hieruit spreekt een grote vertrouwelijkheid. Hij voelt zich thuis bij God. Tegelijk is hij vol eerbied voor die God. Hij is onder de indruk van alles wat God voor hem heeft gedaan en zal doen. Hij voelt zich overweldigd door Gods goedertierenheden voor hem en zijn nageslacht.

David weet dat de HEERE dit gedaan heeft naar Zijn eigen hart en er hem deelgenoot van heeft gemaakt. Daarover gaat hij met de HEERE spreken, Hem ervoor bedanken in het besef van de bewezen genade. Hij is diep doordrongen van zijn eigen onwaardigheid. Dat beluisteren we in: “Wie ben ik … en wat is mijn huis” (vgl. Gn 32:10). Die gezindheid kenmerkt zijn hele dankgebed.

God deelt Zijn plannen aan ons mee. Dat geldt voor Zijn raadsbesluiten en dat geldt ook voor de weg die wij op aarde hebben te gaan. Danken wij de Heer dat Hij ons betrekt in Zijn plannen en dat wij er deel van uitmaken? Dat zullen we doen als wij worden overweldigd door Zijn goedertierenheid. We zullen Hem danken dat wij ons bij Hem op ons gemak mogen voelen. We zullen Hem ervoor danken dat wij mogen vertrouwen op Zijn Woord, op wat Hij heeft gezegd, als de basis voor elke zegen ook voor ons. We zullen Hem ervoor danken dat we Hem mogen aanspreken zoals David dat doet in 2Sm 7:28: ‘Heer, U bent God en Uw woorden zijn waarheid.’

David spreekt niet alleen zijn verwondering uit over wat de HEERE gedaan heeft, maar ook over wat Hij tot in de verre toekomst zal doen (2Sm 7:19). Dat zal Hij doen “[overeenkomstig] de wet van de mensen”, dat wil zeggen door geslacht op geslacht te laten volgen. De HEERE zal steeds voor een nakomeling zorgen.

Let op hoe vaak David hier spreekt over Gods Woord en wat God gesproken heeft. God houdt Zich aan Zijn Woord wat blijkt uit de daden die dat Woord in vervulling doen gaan. Ook valt op dat David zes keer God aanspreekt als “Heere HEERE” en tien keer over zichzelf spreekt als “Uw dienaar”. David kent de kracht van het woord van de HEERE, dat wat Hij zegt, ook gebeurt. Hij vertrouwt erop. Hij ziet het vervuld in zijn leven en weet dat alles zal worden vervuld. Het woord komt uit Gods hart. Hij ziet en kent het hart van God.

In 2Sm 7:20 begint hij er echter mee dat de HEERE hém kent. Het is niet alleen belangrijk God te kennen, het is ook belangrijk ons bewust te zijn dat God ons kent. Paulus zegt zelfs dat het besef dat God ons kent, meer is dan het besef dat wij God kennen (Gl 4:9a). De reden daarvan is dat ons kennen van God ten dele is, maar dat Gods kennen van ons volmaakt is. Dat is waarvan David onder de indruk is en waarvan wij onder de indruk mogen komen.

Hij prijst de onvergelijkbare grootheid en macht van God. Er is niemand als Hij. Daaraan verbindt hij direct de onvergelijkbaarheid van Zijn volk met enig ander volk. Nadat David in 2Sm 7:18 van zichzelf heeft gezegd: “Wie ben ik?”, zegt hij in 2Sm 7:23: “Wie is als Uw volk?” Hij ziet ook Gods goedheid voor Zijn volk dat Hij heeft vrijgekocht. Gods grootheid, macht en genade zijn te zien in Zijn verkiezing en bevrijding van Israël. Zoals er onder de goden niemand gelijk is aan God, zo is ook onder de volken geen volk gelijk aan Zijn volk. Het volk hoort bij God en God hoort bij het volk. God maakt de naam van David en Zijn volk groot, maar dat is opdat David en Zijn volk Zijn Naam groot zullen maken.

Met het oog op zijn eigen huis heeft David een gebed (2Sm 7:25). Hij verlangt ernaar en bidt ervoor dat God Zijn Naam, die groot is, verder zal groot maken en wel met betrekking tot Zijn toezeggingen over Israël en het huis van David. Hij spreekt er niet over wat God over zijn naam, de naam van David, heeft gesproken, maar wat God over Zijn eigen Naam, de Naam van God, heeft gesproken (2Sm 7:26).

David eindigt zijn dankgebed met de bede dat God zijn huis zal zegenen (2Sm 7:29). De basis voor die bede is: “Want U, Heere HEERE, hebt [het] gesproken.” Zijn huis zal eeuwig gezegend zijn door de geboorte en regering van grote Zoon van David.

Copyright information for DutKingComments