2 Samuel 7:8

Het werk van de HEERE voor David

De HEERE stuurt Nathan naar David, die Hij “Mijn dienaar” noemt. Hij geeft Nathan ook de woorden in de mond die hij moet spreken. Nathan moet David woorden gaan brengen namens “de HEERE van de legermachten”. Deze indrukwekkende naam van God laat Hem zien als God over alles. In die majesteit richt Hij het woord tot David.

Eerst spreekt de HEERE over David persoonlijk. Hij spreekt over al de weldaden die Hij hem heeft bewezen en hoe Hij met hem is geweest en wat Hij nog met en voor hem zal doen. Hij herinnert David aan wat Hij met hem gedaan heeft. Hij heeft hem vanuit de nederige positie van herder van kleinvee verheven tot leider over Zijn volk. Hij is steeds met David geweest in zijn weg naar de troon. Hij heeft ook al zijn vijanden voor hem uitgeroeid. Ook heeft Hij hem een grote naam gemaakt, vergelijkbaar met andere grote namen.

De HEERE spreekt in de 2Sm 7:10-11 over een situatie voor Zijn volk die nog moet komen. Toch staat er niet dat God het zal doen, maar dat Hij het heeft gedaan. Het staat in de voltooide tijd omdat het voor God al zo is, al is het in de actualiteit nog niet zo ver. Wel is er tijdens de regering van David en ook in de eerste regeringsjaren van Salomo rust.

De HEERE doet David de toezegging dat Hij voor hem een huis zal bouwen. Dat maakt Hij hem hier officieel bekend. Met het huis dat de HEERE voor David zal bouwen, wordt zijn nakomelingschap, zijn familie, bedoeld. Hij is hier het hoofd van zijn huis (vgl. Zc 12:8). In David hebben we een beeld van de Heer Jezus en in zijn huis een beeld van de gemeente van de levende God.

Hier vinden we niet het argument dat David niet mag bouwen omdat hij bloed aan zijn handen heeft (1Kr 28:3), maar dat de HEERE pas rust wil als Zijn volk rust heeft. David moet leren dat die tijd er nog niet is. Hij mag geen huis voor de HEERE bouwen omdat de HEERE voor hem een huis zal bouwen. God openbaart Zich hier als de Gever.

Copyright information for DutKingComments