2 Samuel 8:11

Oorlogsbuit van David

Omdat David Hadadezer heeft verslagen, is er vreugde bij Toï, de koning van Hamath. Het verslaan van vijanden heeft een rijkere uitwerking dan alleen een persoonlijke vreugde. Zoals falen kwalijke gevolgen heeft voor anderen (2Sm 6:7), zo heeft een overwinning in de kracht van God een goede uitwerking voor anderen.

Toï komt niet gedwongen, maar vrijwillig. In het vrederijk zullen koningen en rijken met een ijzeren roede worden onderworpen, terwijl anderen zich vrijwillig onderwerpen aan de heerschappij van de Heer Jezus (Ps 18:44-46). Ze zijn Hem dankbaar dat Hij hun vijanden heeft verslagen. Toï brengt voorwerpen van materialen die David kan gebruiken bij de bouw van de tempel.

David heiligt alles wat hij in de diverse oorlogen buitmaakt voor de HEERE (2Sm 8:11). Alles wordt bestemd voor het bouwen van de tempel (1Kn 7:51). Dat de tempel gebouwd wordt van de buit en de geschenken van heidense volken toont Gods goedgunstigheid tegenover de heidenen. Het huis van God zal dan ook “een huis van gebed genoemd worden voor alle volken” (Js 56:7). We zien ditzelfde met betrekking tot het nieuwe Jeruzalem. We lezen van “de koningen van de aarde” dat zij ”hun heerlijkheid tot haar” brengen (Op 21:24; vgl. Mi 4:13b).

Als iemand door de genade van de Zoon van David overwonnen wordt, moet alles wat eerst tot eigen eer heeft gediend, vanaf dat ogenblik worden gebruikt om Hem te verheerlijken. Daarvoor moet het geheiligd worden, dat wil zeggen bewust die bestemming krijgen en niet meer worden gebruikt tot eigen verheerlijking (vgl. Js 23:18; Mi 4:13b). Dat kan alleen als alles wordt gezien in het licht van het kruis.

Copyright information for DutKingComments