Acts 1:4

De belofte van de Heilige Geest

De Heer geeft Zijn discipelen de opdracht in Jeruzalem te blijven. Hij geeft die opdracht, terwijl Hij met hen vergaderd is. Hij kent Zijn discipelen. Als het wat te lang zou duren, zouden ze weer ongeduldig worden en weer aan hun dagelijks werk gaan (vgl. Jh 21:3). Maar ze moeten geduldig wachten op de belofte van de Vader. Hij herinnert hen eraan dat Hij hun daarover al bij een eerdere gelegenheid heeft gesproken (Jh 14:16-17; 26; Jh 15:26).

Ook Johannes de doper heeft gesproken over de doop met de Heilige Geest (Mt 3:11). Bij die gelegenheid heeft hij ook gewezen op het verschil tussen zijn doop met water en de doop met de Heilige Geest waarmee de Heer Jezus doopt. De Heer maakt die vergelijking hier ook. De komst van de Heilige Geest is ook een doop, maar die is van geheel andere aard dan die van Johannes. Johannes doopte met water. Dat was tastbaar water, op aarde en van de aarde, waarin iemand werd ondergedompeld.

De doop met de Heilige Geest vindt wel plaats op aarde, maar komt uit de hemel en verbindt met de hemel. Het is geen tastbaar gebeuren, hoewel er zichtbare begeleidende tekenen zijn. De doop met de Heilige Geest is vooral een innerlijk gebeuren: de Heilige Geest komt in de gelovigen wonen. Tegelijk is het ook een uiterlijke gebeurtenis: de Heilige Geest wordt uitgestort, waardoor het hele gezelschap als het ware ondergedompeld wordt in de Heilige Geest. Nergens is er sprake van dat een individu wordt gedoopt met de Heilige Geest.

De Heer noemt hier niet de doop met vuur waarover Johannes de doper wel spreekt (Mt 3:11). De doop met vuur staat niet in verbinding met de komst van de Heilige Geest op de Pinksterdag, maar stelt oordeel voor en is alleen voor de ongelovigen. Dit oordeel zal komen wanneer de Heer terugkomt op aarde.

Copyright information for DutKingComments