Acts 10:48

Gevolgen van de toespraak

Nog tijdens de toespraak valt plotseling de Heilige Geest op allen die het Woord van de behoudenis horen. De gave van de Heilige Geest, het zegel van de christelijke zegen onder de Joden en de vrucht van het verlossingswerk dat de Heer Jezus heeft volbracht, wordt evengoed aan de volken gegeven als aan de Joden. De volgorde die we hier vinden, is:

1. het horen en geloven van het Woord,

2. daarna het ontvangen van de Heilige Geest

3. en dan gedoopt worden (Hd 10:48).

De Geest wordt hier gegeven na het getuigenis van de opstanding van de Heer Jezus, waarvan zij blijkbaar niet hadden gehoord. Ze wisten wel van Zijn leven en sterven. Zonder eerst gedoopt te zijn – zoals bij de bekering van de Joden in Handelingen 2 – en zonder oplegging van handen – zoals bij de bekering van de Samaritanen in Handelingen 8 –, komt de Heilige Geest op hen die het Woord horen. Hier zien we hoe heidenen door het evangelie worden toegevoegd aan de gemeente van God. Dit is nog steeds Gods wijze van doen (Ef 1:13).

De gelovige Joden, hier met nadruk “de gelovigen uit [de] besnijdenis” genoemd, staan perplex. Ze kunnen niet begrijpen wat er gebeurt. Het is moeilijk voor Joden om te accepteren dat de volken in dezelfde verhouding tot God komen te staan als zij, het uitverkoren volk, en dat op nog eenvoudiger wijze, want zij, Joden, moesten eerst gedoopt worden.

God is bezig de grenzen rondom Israël af te breken. Hij bewijst dat Hij de volken aanvaardt. Hij onderstreept dat door net als in Handelingen 2 aan het wonder van de gave van de Heilige Geest het teken van het spreken in talen te koppelen. Ook hier is dit het teken dat God zich tot alle volken richt. Dit is een teken voor gelovige Joden die in een bepaald opzicht toch nog ongelovig zijn, want ze kunnen niet geloven dat de heidenen ook door God worden aangenomen (vgl. 1Ko 14:21-22).

De heidenen ontvangen de Heilige Geest zonder eerst Joden te worden. God verlangt niet dat zij belijden dat zij onrein zijn doordat zij tot de volken behoren, maar aanvaardt hen zonder voorwaarde. Ze mógen zelfs niet eens in het Jodendom worden binnen gevoerd. Ze horen bij de nieuwe kudde buiten de stal van het Jodendom (Jh 10:16). Ze behoren nu bij de gemeente. Voor het ontvangen van de Heilige Geest is geloof alleen voldoende. Als God er verder geen voorwaarden aan verbindt, mogen mensen dat ook niet doen door hun op te dragen de wet of iets ervan te onderhouden.

Als God hen dan uitsluitend op grond van geloof door de gave van de Heilige Geest bij het lichaam voegt, kunnen mensen hun niet de toegang weigeren tot de kring van de gelovigen op aarde die door de doop met water plaatsvindt. Vroeger betekende de doop dat iemand zich liet dopen om bij het Joodse volk te gaan behoren, de proselietendoop. Hier betekent de doop het toetreden tot het christendom. Zo worden Cornelius en de zijnen gedoopt in de Naam van Jezus Christus.

Nadat Cornelius en de zijnen zijn gedoopt, zit de dienst van Petrus erop. Ze willen dat hij nog een paar dagen blijft, begerig als ze zijn naar meer onderwijs. Aan dit verzoek zal Petrus ongetwijfeld tegemoet zijn gekomen.

Copyright information for DutKingComments