‏ Acts 13:40-41

Tot slot een waarschuwing

Het vorige vers zou een mooie afsluiting zijn geweest. Maar Paulus heeft rondgekeken en verwacht een reactie op zijn toespraak. Hij besluit daarom zijn toespraak met een ernstige vermaning uit het Woord voor ieder die het aanbod van genade afwijst. Als ze dit afwijzen, zal dit woord van de profeet Habakuk aan hen vervuld worden (Hk 1:5). Dit vers kondigt de situatie aan van de ondergang van de staat Israël. Zo zal het ook met hen kunnen gaan. Of dat zo is, hangt ervan af of ‘u, luisteraars’, de boodschap aanneemt of niet.

Het werk van God in de dagen van Habakuk was dat God de Chaldeeën stuurde om Zijn volk te tuchtigen, een werk dat ze niet wilden geloven. Dat God Zijn volk strafte door middel van een verdorven heidense natie, was een wonderlijk werk. Paulus past dit woord van het werk van het oordeel van God toe op het werk van het evangelie dat God nu bezig was te doen. Als ze het afwezen, zou dat onheil over hen brengen op een wijze die vergelijkbaar is met de dagen van Habakuk.

Wanneer Paulus dit ernstige beroep op het geweten van zijn luisteraars doet, bevinden we ons in het jaar 45/46. We weten dat ongeveer vijfentwintig jaar later de ondergang is gekomen, want ze hebben de behoudenis afgewezen.

Copyright information for DutKingComments