Acts 14:26-27

Aankomst en verslag in Antiochië

Ze verlaten Attalía en varen de Middellandse Zee over om in Antiochië weer aan land te gaan. Dit is Antiochië in Syrië vanwaar ze, ruim een jaar geleden, zijn vertrokken voor de eerste zendingsreis. De gemeente heeft hen niet uitgezonden, maar hen opgedragen aan de genade van God voor het werk waartoe Hij hen had geroepen. De gemeente heeft meegeleefd. Nu willen de apostelen de gelovigen deelgenoten maken van wat de Heer door hun dienst heeft gedaan (vgl. Hd 21:19).

Van het afleggen van verantwoording tegenover de gemeente is geen sprake. De gemeente is niet de bron van zending, maar een plaats van gemeenschap waar wordt gedeeld wat de Heer doet in zegen voor anderen. God is de Werkende, zij zijn slechts de werktuigen. Ook vandaag is het hartverwarmend voor gelovigen die elders een werk voor de Heer mogen doen om van de ‘thuisgemeente’ belangstelling te ervaren voor het werk dat de Heer doet.

Paulus en Barnabas vertellen de gelovigen, die uit meerdere gemeenten zijn gekomen, vooral dat God voor de volken een deur van geloof heeft geopend. Dat is eerder ook al in Antiochië het geval geweest, want Antiochië is ook een heidense stad. Toch is het bestaan van een gemeente van heidenen dan nog slechts een incident. Nu is gebleken dat God door Paulus en Barnabas overal buiten Israël aan het werk is en dat de heidenen in menigten tot geloof komen, samen met enkele Joden die ook in die plaatsen wonen.

Gods werk van genade onder de heidenen door Zijn Woord en de kracht van de Heilige Geest buiten de gemeente in Jeruzalem en de wet om roept bij de bekeerde Joden de vraag op of dit allemaal zomaar kan. In het volgende hoofdstuk wordt over deze vraag beslist. We zullen daar zien dat de genade van God ook daarop een antwoord heeft.

Na het verslag vertrekken Paulus en Barnabas niet direct voor de verdere verkondiging van het evangelie aan de volken. Ze blijven langere tijd bij de discipelen. Hun ‘thuisgemeente’ is een soort haven van rust na alle onrust die ze in hun werk hebben meegemaakt. Daar kunnen ze delen en gemeenschap hebben.

Het moet voor hen een verkwikking zijn geweest om bij deze gelovigen, door Lukas “discipelen” genoemd, te mogen verblijven. Dat de gelovigen ‘discipelen’ worden genoemd, is vanwege hun consequente navolging van de Heer Jezus. Je bij zulke gelovigen te mogen ophouden is een weldaad voor ieder die ook de Heer Jezus consequent wil navolgen, zoals we dat van Paulus en Barnabas weten.

Copyright information for DutKingComments