Acts 16:19-26

In de gevangenis geworpen

Als de satan zijn doel niet met vleierij kan bereiken, verandert hij in een brullende leeuw (1Pt 5:8). Zijn instrumenten zijn de meesters van het meisje. Hun bron van inkomsten is verloren gegaan door deze mensen. Ze zijn dan ook allerminst dankbaar voor de bevrijding van het meisje, maar enorm kwaad nu ze hun winst zien verdampen. Ze slepen Paulus en Silas direct voor de overheid die wordt vertegenwoordigd door twee praetoren. De praetoren waren de Romeinse bestuurders, een soort burgemeesters.

De meesters van het door Paulus bevrijde meisje beschuldigen Paulus en Silas van het veroorzaken van oproer. Dit is een zware aanklacht, want alles wat de eenheid en de rust van het Romeinse rijk in gevaar brengt, wordt streng bestraft. In hun doortraptheid maken deze mensen wat Paulus en Silas hebben gedaan tot een politiek thema. Ze weten dat ze daarmee een goede kans maken op een veroordeling. Ook spelen ze in op de haat tegen de Joden door te spreken over “deze mensen, die Joden zijn”.

Verder beschuldigen ze Paulus en Silas ervan dat zij gebruiken verkondigen die tegen de Romeinse gebruiken ingaan. (Lukas en Timotheüs vinden ze kennelijk minder belangrijk, zodat ze die laten lopen.) Gebruiken hebben met cultuur te maken. Ze beschuldigen hen ervan dat ze hun cultuur kapot willen maken met dat evangelie. Cultuur is door God in de volksaard gelegd en is voor alle volken anders, maar kan in de hand van de satan een middel worden om het evangelie tegen te staan. Als de beschuldigingen zijn geuit, staat ook de menigte, die altijd uit is op een verzetje, tegen Paulus en Silas op.

De praetoren vinden nader onderzoek niet nodig. Zonder verdere vorm van proces worden van beide dienaren van God door de rechters de kleren van het lijf gescheurd, waarna die bevel geven hen te geselen. Zij die de geseling uitvoeren, vatten hun taak niet licht op en brengen de beide predikers “vele slagen” toe.

God laat toe dat Zijn dienaren worden geslagen en het is hun eer zich daar niet tegen te verzetten. Het wordt een middel waardoor een nog schitterender getuigenis van Zijn Woord en van Zijn dienaren wordt gegeven. Wat het lichaam betreft, is de wereld sterker dan de christen, als God het toestaat; maar in zijn hart is de christen boven de omstandigheden als hij de tegenwoordigheid van God kan realiseren. Zijn aanwezigheid is groter dan alle omstandigheden en kan al het andere overwinnen (1Jh 5:4). Men kan zich dan verheugen in het lijden (Hd 5:41; Rm 5:3).

Na de geseling worden ze in de gevangenis geworpen. De gevangenbewaarder krijgt het bevel hen zorgvuldig te bewaren. Hij laat niets aan het toeval over en werpt hen in de binnenste gevangenis. Dieper weg kan niet. Alsof dat toch nog niet genoeg zekerheid biedt, sluit hij ook hun voeten nog eens zorgvuldig in het blok. Ontkomen is onmogelijk. Het lijkt erop dat ze helemaal uitgeschakeld zijn en de vijand gewonnen heeft. Wat zou het ontmoedigend kunnen werken als ze eraan dachten dat dit hun ontvangst in Europa was, terwijl ze duidelijk de leiding van de Heer hebben herkend om hier naar toe te gaan.

Bidden en zingen in de gevangenis

Maar zie, en vooral, luister, hoe de evangelisten op alle aangedane pijniging en vernedering reageren. In plaats van moedeloos te worden of klaagzangen aan te heffen of tot God te roepen om wraak over de hun aangedane smaad bidden en zingen ze. Bidden en zingen zijn machtige wapens waarmee grote overwinningen op de vijand worden behaald (2Kr 20:1-22; Hd 4:23-37). Ze zoeken hun kracht bij God en prijzen Hem voor Wie Hij is. Ze doen dat niet zachtjes, maar voor alle gevangenen verstaanbaar.

De gevangenen schreeuwen hun niet toe dat ze hun mond moeten houden, maar luisteren naar hen. Zoiets hebben ze nog nooit meegemaakt en gehoord. Hoe moeilijker onze omstandigheden zijn, des te groter zal de indruk zijn die onze blijdschap maakt op hen die ons in onze moeilijkheden gadeslaan.

Terwijl Paulus en Silas bidden en zingen en de gevangenen ernaar luisteren, laat God ineens van Zich horen. Hij antwoordt op het bidden en zingen van Zijn dienaren door een plotselinge, grote aardbeving. Het is een zeer speciale aardbeving. Hij is beperkt tot een gebouw. De grond scheurt niet open en alle muren blijven staan. Alleen de deuren gaan open en de boeien van alle gevangenen gaan los! Een bijkomend en mogelijk nog groter wonder is dat er niemand van de gelegenheid gebruikmaakt om te ontsnappen. Ze blijven allen, als aan de grond genageld, waar ze zijn. Zulke speciale aardbevingen zijn nodig in iemands leven om hem de noodzaak van de behoudenis te doen inzien.

Copyright information for DutKingComments