Acts 2:37-41

De uitwerking van de prediking

De bewijzen zijn geleverd uit de Schriften en vervolgens door Petrus onder de leiding van de Geest, samen met de andere apostelen, toegepast op de harten en gewetens van de hoorders. Hiermee is invulling gegeven aan wat de Heer Jezus heeft gezegd met betrekking tot de komst van de Heilige Geest: “Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen” (Jh 16:15). Nu is de Heilige Geest gekomen en door Petrus toont Hij de dingen betreffende de Heer Jezus.

Vaak zullen de hoorders die psalmen zelf hebben gelezen of hebben horen voorlezen. Ze zullen daarbij steeds hebben begrepen dat deze psalmen spreken over de Messias. Nu horen ze dat deze psalmen in de afgelopen weken hun vervulling hebben gevonden. Ze komen tot de ontdekking van hun misdaad. Ze hebben Hem gedood van Wie de psalmen getuigen dat Hij de Messias is. De Geest werkt in hun harten het bewustzijn in wat voor vreselijke positie ze zich bevinden, nu blijkt dat Hij niet in de dood is gebleven, maar dat Hij is opgewekt. Daarom roepen ze om een mogelijkheid om aan het oordeel te ontkomen.

Hun roep is tot Petrus en de elf andere apostelen en niet tot de overpriesters en de schriftgeleerden. Ze geloven dat Petrus en de zijnen hen kunnen helpen. Alle vooroordeel over deze ‘Galileeërs’ is verdwenen. Ze stellen hun vraag aan alle apostelen, maar hij wordt door Petrus als hun woordvoerder beantwoord.

Zijn antwoord begint met “bekeert u”. Allereerst moeten zij in hun denken over de Heer Jezus tot een volkomen verandering komen. Zij moeten Hem aanvaarden zoals God Hem heeft aanvaard. Dat houdt in dat zij hun daad van verwerping van de Zoon van God moeten belijden als volkomen onterecht en als een daad waardoor ze zich tegenover God schuldig hebben gemaakt aan moord.

Als die innerlijke verslagenheid over hun verleden aanwezig is, moeten ze zich vervolgens laten dopen. Daardoor nemen ze ook uiterlijk afstand van het volk waartoe zij behoren als een volk dat onder het oordeel van God ligt vanwege de dood van Zijn Zoon. De doop is het openlijke getuigenis van enerzijds een breuk met het verleden en de oude omgeving en anderzijds het inslaan van een nieuwe weg, de weg van een volgeling van de Heer Jezus.

De doop betekent een openlijke veroordeling van en breuk met het Joodse volk en het gaan behoren bij het nieuwe christelijke getuigenis dat zojuist door de uitstorting van de Heilige Geest is ontstaan. De doop moet dan ook plaatsvinden in de Naam van Jezus Christus, de Naam die eerst zo door hen werd veracht, maar die zij door de doop nu openlijk als het enige middel tot vergeving van hun zonden moeten belijden. [Zie uitvoeriger het boekje ‘Bekering en doop’ op de website www.oudesporen.nl.] Als ze aan deze twee voorwaarden – bekering en doop – voldoen, zullen ze de Heilige Geest ontvangen.

De volgorde die wij hier zien, is:

1. bekering;

2. doop;

3. ontvangen van de Heilige Geest.

In Handelingen 8, waar het gaat om de Samaritanen, hebben we dezelfde volgorde, alleen wordt daar de Heilige Geest gegeven door tussenkomst van de apostelen. In Handelingen 10, waar het gaat om de heidenen, is de volgorde anders. Daar is de volgorde:

1. bekering;

2. ontvangen van de Heilige Geest;

3. doop.

Deze volgorde geldt sindsdien en zolang de gemeente op aarde is.

Petrus vertelt met nadruk dat de belofte van de Heilige Geest speciaal voor hen en hun kinderen is. Hij heeft daarvoor het bewijs al geleverd door uit Joël 2 te citeren (Hd 2:16). Hij vertelt er nu ook bij dat die belofte zelfs is voor hen die zich buiten het Joodse volk bevinden. Ook daarover zouden ze iets uit hun Geschriften kunnen weten (Js 57:19).

Gods belofte om de Heilige Geest te geven kan niet beperkt blijven tot Israël, want die belofte hangt samen met het volbrachte werk van Christus dat ook voor of ten behoeve van de hele wereld is volbracht. Daarom gaat Gods roepstem uit naar alle volken en roept Hij iedereen overal op om zich te bekeren en te geloven in Zijn Zoon.

Petrus heeft meer gezegd dan Lukas heeft opgeschreven. Hij heeft in alle mogelijke bewoordingen het evangelie gepredikt en opgeroepen tot bekering. Hij heeft opgeroepen zich te laten behouden van “dit verkeerde geslacht”. Daarmee zet hij het volk neer als een moordenaarsvolk, als een volk waarvan iemand zich moet laten behouden, omdat hij anders door het oordeel dat over dit volk komt, zal omkomen. Hij doet zijn uiterste best om het volk zover te krijgen dat ze zich bekeren. Vol overtuiging predikt hij zijn boodschap.

Zo moeten wij ook mensen overreden zich door het werk van Christus te laten behouden van een wereld die onder het oordeel ligt (2Ko 5:11). We komen alleen geloofwaardig over als we zelf overtuigd zijn van de waarheid en de ernst van het oordeel en zelf ook afstand hebben genomen van de wereld waarover wij het oordeel prediken.

De prediking van Petrus heeft een enorm resultaat. Velen nemen zijn woord aan. We weten dat Petrus het Woord van God heeft gesproken. Toch wordt er gezegd dat “zijn” woord wordt aangenomen. Hij is als het ware een met Gods boodschap. Zij die zijn woord aannemen, dat wil zeggen dat zij hun schuld voor God over hun verwerping van de Heer Jezus belijden, worden gedoopt. Door de doop nemen zij openlijk afstand van het schuldige Joodse volk. De ongeveer drieduizend zielen die worden gedoopt, zijn een bewijs van wat de Heer Jezus heeft gezegd over de “grotere werken” die zouden gebeuren door Zijn apostelen als Hij terug was bij de Vader (Jh 14:12).

Copyright information for DutKingComments