Acts 20:25

Het koninkrijk en de raad van God

Paulus kondigt zijn afscheid aan. Het zal een definitief afscheid zijn. Hij weet dat ze elkaar niet zullen weerzien. Tegen de achtergrond van deze aankondiging herinnert hij de oudsten eraan dat hij onder hen allen is rondgegaan om het koninkrijk te prediken. Het koninkrijk wordt hier voor de vijfde keer genoemd van de in totaal zeven keer dat er in Handelingen over wordt gesproken (Hd 1:3; Hd 8:12; Hd 14:22; Hd 19:8; Hd 20:25; Hd 28:23; 31).

Paulus heeft niet alleen over het koninkrijk in zijn toekomstige heerlijke vorm gesproken, zoals het zal zijn als de Heer Jezus op aarde regeert. Hij heeft ook de betekenis van het koninkrijk verkondigd die het in deze tijd heeft, waarin het nog niet zichtbaar, maar wel aanwezig is (Ko 1:13; Rm 14:17). De gelovigen zijn in dat koninkrijk onderdanen van de Heer Jezus. Aan het koninkrijk is de gedachte van heerschappij en dienen verbonden. Gelovigen erkennen de Heer Jezus als hun Heer en dienen Hem. Het koninkrijk heeft te maken met onze erkenning van de heerschappij van de Heer Jezus in het dagelijkse leven en dat op elk terrein ervan.

Omdat zij zijn gezicht niet meer zullen zien, “daarom”, betuigt hij op deze dag dat hij rein is van het bloed van allen. Eerder zei hij tegen ongelovigen dat hij rein was van hun bloed (Hd 18:6), hier zegt hij dat tegen gelovigen. Hij weet dat hij tegenover hen niet in de schuld staat. Hij heeft hun immers alles verteld wat hij hun moest vertellen. Het woord “want” geeft de reden aan van zijn rein zijn van het bloed van allen, niet alleen van de oudsten: hij heeft niets achtergehouden van de hele raad van God.

De verkondiging van de raad van God is het vierde onderdeel van zijn bediening. Later zal hij die raad vastleggen in vooral de brief aan de Kolossenzen en de brief aan de Efeziërs. Het is de raad van God die zich uitstrekt van eeuwigheid tot eeuwigheid. Aan zijn bediening met betrekking tot de raad van God is een einde gekomen, want alles wat hij mee te delen had, heeft hij meegedeeld. Er zullen na wat hem is toevertrouwd geen nieuwe dingen meer worden geopenbaard (Ko 1:25).

Copyright information for DutKingComments