Acts 20:33-35

Paulus wijst nog eens op zijn voorbeeld

Paulus heeft niet alleen zijn leer bij hen achtergelaten, maar ook zijn voorbeeld. Leer en praktijk horen bij elkaar. Doorgeven van de leer moet gepaard gaan met het geven van het goede voorbeeld. Bij sommige christelijke leiders is geld de drijfveer van hun werk. Zij zien de godsdienst als een bron van inkomsten (1Tm 6:5). Zo was dat bij Paulus niet. Hij wilde helemaal onafhankelijk van hen zijn. Hij voelde zich ook niet te goed om gewoon met zijn handen te werken. Hij liet de oudsten zijn doorgroefde, eeltige handen zien. Daarmee had hij niet alleen voor zichzelf gewerkt, maar ook voor hen die bij hem waren.

Wat heeft deze man een tomeloze inzet getoond en dat allemaal ten behoeve van anderen. Daarbij heeft hij zich vooral het lot van de armen aangetrokken. We moeten niet profiteren van de zwakken, maar juist ons voor hen inzetten. Hoe gemakkelijk willen we ons alleen voor mensen inzetten waaraan we zelf plezier beleven of vanwege het voordeel dat het ons oplevert. Dan lijken we niet op de Heer Jezus. Dat wilde Paulus nu juist wel en dat houdt hij de oudsten en ons voor.

Om het belang om zo te arbeiden te onderstrepen citeert Paulus een woord dat de Heer Jezus heeft gesproken. Als we de evangeliën lezen, zullen we die uitspraak niet tegenkomen. Maar laat deze uitspraak niet de hele teneur van het leven van de Heer zien en komt die niet overeen met het onderwijs dat Hij over ‘geven’ heeft gegeven (Lk 14:14)?

Copyright information for DutKingComments