Acts 22:22

De reactie van de Joden

Wanneer Paulus spreekt over zijn zending naar de volken, barst de bom. Met een zending naar de volken wilde een Jood absoluut niets te maken hebben (vgl. Dt 32:21). Dat ze juist op dit punt in woede uitbarsten, is omdat juist dit punt hen in hun exclusiviteit aantast. Het is hun met de paplepel ingegeven dat zij het enige volk zijn dat met God in verbinding staat. Zij alleen zijn het uitverkoren volk. Als er zegen voor andere volken is, dan alleen door middel van hen.

Het idee dat de Messias – en Paulus zegt toch in Hem te geloven – in plaats van Israël in zijn oude glorie te herstellen, de volken tot Zijn volk zal maken, is voor hen volkomen onverteerbaar. Alsof de volken op hetzelfde niveau, ja, zelfs hoger staan dan Israël. Het is voor hen onbestaanbaar dat er proselieten gemaakt zouden kunnen worden die niet tot het Jodendom behoren. Het is allemaal volkomen onaanvaardbaar.

We zien dat het getuigenis van Paulus geen ander resultaat heeft dan een openbaring van haat. De uitbarsting van woede uit zich in schreeuwen, het afgooien van hun kleren en het werpen van stof in de lucht. Deze openbaring van haat bevestigt wat de Heer twintig jaar eerder al tegen hem heeft gezegd en wat ook onlangs betuigd is door de Heilige Geest. Maar de genade van de Heer is ook hier ondersteunend voor Paulus aanwezig als hij zijn getuigenis geeft.

Copyright information for DutKingComments