Acts 26:25

Onderbreking door Festus

Als Paulus spreekt over het lijden en de opstanding van Christus valt Festus hem in de rede. Hij meent dat Paulus nu waanzinnig is geworden en wartaal uitslaat. Hoe vaak zijn christenen in de loop van de eeuwen voor gek verklaard (1Ko 4:10; 2Ko 5:13). Ook de Heer is daarvoor uitgescholden (Mk 3:20-21; Jh 10:20). Festus ziet de toespraak van Paulus als de uiting van bijgeloof van een Jood, een droom van een man die verslaafd is aan lezen en studeren.

De waanzin is de geestvervoering die Festus in Paulus meent waar te nemen, terwijl hij niets begrijpt van wat Paulus zegt. Festus heeft geen idee van de inhoud van de woorden die hij wel verstaat. Hij lijkt op de metgezellen van Paulus die met hem naar Damascus reisden en die wel het geluid van een stem hoorden, maar niet hoorden wat er werd gezegd (Hd 9:7; Hd 22:9).

Paulus is door het waardeoordeel van Festus niet uit het veld geslagen of beledigd. Integendeel, hij ziet een nieuwe aanleiding voor het evangelie. Het geloof gaat niet tegen de waarheid en het verstand in. Geloof getuigt juist van de waarheid en van gezond verstand. Vroeger was hij wel buiten zijn zinnen (Hd 26:11), maar nu niet meer (vgl. Lk 8:35).

Trouwens, Festus heeft zijn kans gehad. Hij spreekt nu tot Agrippa en die weet wel van deze dingen. Paulus spreekt tegenover Festus, maar wel in het bijzijn van Agrippa, de overtuiging uit dat Agrippa volledig op de hoogte is van alles wat er is gebeurd. Het is ook niet ergens in een klein plaatsje in een achtergebleven gebied gebeurd. Het is wereldnieuws.

Copyright information for DutKingComments