Acts 27:27

Omstreeks middernacht

Veelzeggend spreekt Lukas over de veertiende “nacht”. Dat geeft het best de beleving van de scheepslieden weer. De tel is ook bijgehouden. Ook de tijd is bijgehouden. Het is middernacht als de zeelieden vermoeden dat er land nadert. Dat wil zeggen dat de redding nabij is.

De uitdrukking ‘middernacht’ is een profetische uitdrukking die wordt gebruikt in verbinding met de komst van de Heer Jezus als de Bruidegom (Mt 25:6). Deze uitdrukking kunnen we daarom in verbinding brengen met de spoedige komst van de Heer. In deze zin kunnen we zeggen dat het land dat nadert, het hemelse land is. Het houdt ook in dat de dag nabij, de dag dat Hij verschijnt. Allen aan boord verlangen dat het dag wordt (Hd 27:29).

Om de diepte van het water te peilen wordt het dieplood uitgeworpen. De eerste peiling geeft aan dat het water twintig vadem, dat is zesendertig meter, diep is. Als het dieplood een tweede keer wordt uitgeworpen, blijkt dat het water nog maar vijftien vadem, dat is zevenentwintig meter, diep is. Het water wordt steeds ondieper. Dat betekent dat het land naderbij komt.

Als wij dit toepassen op de situatie van de christenheid, dan kunnen we het dieplood vergelijken met het Woord van God. Als wij nu het dieplood van het Woord uitwerpen, meten we misschien nog maar vijf vadem of nog minder. Ook voor ons komt het land steeds meer in zicht. Het is ook ons verlangen dat het dag wordt, want de dag betekent de behoudenis van het hele volk van God (vgl. Rm 13:11b-12). De jammerlijke ontwikkelingen van de christenheid en alle pogingen de boot drijvend te houden zijn jammerlijk mislukt. Het enige wat overblijft, is het verlangen naar de dag.

Er is ook een andere kant. Dat is de kant van de verantwoordelijkheid. Niemand kan op eigen initiatief behouden worden. Het is samen behouden worden en allen langs dezelfde weg. De handelwijze van de zeelieden om er stiekem met de sloep vandoor te gaan staat tegenover het geloofsvertrouwen dat Paulus heeft uitgesproken.

Zij die het zo goed wisten en de koers hebben uitgezet, willen de zaak in de steek laten. Dat kan schokkend zijn voor de achterblijvers. Paulus voorkomt het. Voor hem horen ze erbij en ook zij zullen behouden worden, maar dan moeten ze wel bij Paulus in het schip blijven en doen wat hij zegt. God heeft gesproken dat allen behouden zullen worden, maar dan wel op Zijn manier. Dit hoofdstuk laat door alles heen ook de geschiedenis van Gods trouw zien. Hij zal met Zijn volk aan Zijn doel komen.

Nu luistert men wel naar Paulus. Te midden van alle omstandigheden die door de storm worden veroorzaakt, staat Paulus recht overeind. In de storm is er geloof in zijn woord. Zijn woord is het bewijs van zijn gelijk. Mensen van geloof blijken mensen van geloof te zijn in de stormen. Als er geen stormen waren, zouden we ons geloof niet kunnen tonen.

Copyright information for DutKingComments