Acts 3:1

Naar de tempel om te bidden

Twee van de apostelen, Petrus en Johannes, gaan samen naar de tempel. Hoewel ze christenen zijn door de doop met de Heilige Geest, houden ze nog vast aan bepaalde Joodse inzettingen. Een van die inzettingen is het opgaan naar de tempel op het uur van het gebed.

De eerste tijd van het christendom is een overgangstijd. Door de dienst van Paulus, die verderop in Handelingen wordt geroepen, zal de waarheid ten aanzien van het christendom ten volle worden ontvouwd. Dat zal de harten losmaken van het Jodendom en met inzicht verbinden aan de verheerlijkte Heer in de hemel. Voor allen die er dan nog moeite mee hebben het Jodendom los te laten, zal in het jaar 70 de definitieve breuk door God bewerkt worden door Jeruzalem aan de verwoesting door de Romeinen prijs te geven. Daardoor zal er een einde worden gemaakt aan de mogelijkheid om de tempel te bezoeken.

Ze gaan naar de tempel als een huis van gebed (Js 56:7b; Lk 19:46). Het uur van het gebed, het negende – dat is drie uur in de middag onze tijd –, is het uur waarop het avondbrandoffer wordt gebracht. Het is het uur waarop Elia antwoord kreeg op zijn gebed (1Kn 18:36-38) en het uur waarop ook Daniël eeuwen later antwoord kreeg op zijn gebed (Dn 9:21). Het is ook het uur waarop de Heer Jezus geen antwoord kreeg toen Hij riep (Mt 27:46). Op dat uur gaan Petrus en Johannes naar de tempel om daar voor het oog van de menigte de kracht van de Naam van de Heer Jezus te ontvouwen. Het is mooi om te zien dat het eerste wonder dat beschreven wordt, plaatsvindt in het kader van het gebed.

Copyright information for DutKingComments