Acts 4:36-37

Barnabas

Onder allen die hun bezittingen verkopen en de opbrengst ervan aan de voeten van de apostelen leggen, bevindt zich ook Jozef die van de apostelen de bijnaam “Barnabas” heeft gekregen. Zijn naam wordt minstens vijfentwintig keer genoemd in Handelingen en nog eens vijf keer in de brieven van Paulus.

Lukas geeft de betekenis van zijn naam. Letterlijk betekent zijn naam in het Aramees ‘zoon (bar) van de profetie (naba)’. Lukas geeft geen letterlijke vertaling, maar geeft er direct de volledig geoorloofde specifieke betekenis van ‘vertroosting’ aan (vgl. 1Ko 14:3). Dat zal zijn omdat uit zijn verderop vermelde optreden blijkt dat vertroosten of vermanen zijn specifieke gave is (Hd 11:23).

Barnabas is van geboorte een Cyprioot, dat wil zeggen dat hij in de verstrooiing is geboren en later naar Israël is gekomen. Hij is buiten het land geboren, maar is een afstammeling van Levi. Dat hij toch land bezat, is opmerkelijk, want een Leviet mocht geen eigen land hebben (Nm 18:20; Dt 10:9). Hoe Barnabas eraan is gekomen, is niet duidelijk. Mogelijk had hij een stuk land op Cyprus, waarvoor de Joodse wet niet gold. Evenals de anderen die hun landerijen verkopen, toont hij hiermee aan dat de zegen nu geen aardse meer is, maar dat hij deelheeft aan de hemelse, geestelijke zegeningen.

Copyright information for DutKingComments