Amos 2:4

Oordeel over Juda

We luisteren nog steeds mee op het marktplein in Bethel waar Amos zijn vlammende woorden tot de volken richt die rondom Juda en Israël liggen. Bij alles wat Amos tot nu toe heeft gezegd, hebben we de Israëlitische hoorders instemmend zien knikken. Natuurlijk, al die heidense volken, en ook de broedervolken die zich heidens hebben gedragen, zullen eindelijk hun rechtvaardige straf ontvangen voor wat ze Israël hebben aangedaan.

Maar wat horen we nu? Hij richt nu het woord tot Juda! Amos loopt niet weg, hij is niet klaar met zijn prediking, hij gaat door. Juda ondergaat eenzelfde oordeel als de volken om hen heen. Bij God is er geen onderscheid, geen aanzien des persoons, niet als het gaat om zonde en ook niet als het gaat om gerechtigheid (vgl. Jr 9:25-26).

Laten we maar eens luisteren naar wat hij tegen hen te zeggen heeft. Hij zegt tegen hen dat “zij de wet van de HEERE verworpen hebben”. Door deze daad hebben ze zich losgerukt van God en daarmee van de Bron van alle zegen. Het is onmogelijk te zeggen dat je in God gelooft en tegelijk dat te verwerpen waarin Hij Zijn wil bekendmaakt. Wie Zijn wet, Zijn Woord, verwerpt, is niet in staat Zijn inzettingen te onderhouden. De belijdenis dat men in God gelooft, kan er zijn, maar de praktijk is dat men door leugengoden wordt verleid.

Als het Woord van de waarheid wordt verworpen, nemen leugens de plaats ervan in. De verwerping van het Woord vindt vandaag overal plaats waar dit Woord wordt uitgelegd naar eigen inzichten, op een manier waarbij we niets hoeven op te geven wat onze lusten kan bevredigen. Er wordt geredeneerd in de trant van: ‘God wil dat je gelukkig bent; geniet alles maar wat er te genieten valt; als jij blij bent, is God ook blij.’ Zo werken de leugengoden. Ze weten precies in te spelen op wat de belijders van Gods Naam prettig vinden. Door de eeuwen heen hebben ze een succesformule ontwikkeld, een recept dat aangepast kan worden al naar gelang de behoeften van een bepaalde generatie.

De vaderen, de vorige geslachten, zijn er ook achteraan gegaan. De toevoeging “die hun vaderen naliepen”, dient om er de nadruk op te leggen hoe diep de zonde van de afgoderij het volk in het bloed zit. Leugengoden is letterlijk ‘leugens’. Dit is in twee opzichten waar: ten eerste liegen ze zelf en ten tweede zijn ze het product van de leugenachtige geesten van mensen.

Er is niets nieuws onder de zon, ook al verandert de verschijningsvorm van deze leugengoden steeds. Wat dat betreft, is de duivel, die zich van deze leugengoden bedient, als een kameleon. Hij neemt de kleur aan van de omgeving waarin hij zich bevindt. Hij oefent zijn boosaardige invloed uit op een manier die past bij het geestelijk klimaat waarin de mens zich bevindt.

Elk volk wordt geoordeeld naar het licht dat het heeft. God straft de volken naar hun houding tegenover mensen, Zijn volk. Zijn volk straft Hij naar hun houding ten opzichte van Hemzelf, hun God. Het oordeel dat Amos over Juda uitspreekt, wordt vervuld als Nebukadnezar in 586 v.Chr. Jeruzalem verovert en haar paleizen en het huis van God verbrandt (2Kr 36:19). Joël heeft wel ten gunste van Jeruzalem geprofeteerd, maar de stad zal ook geoordeeld worden om haar vele zonden. Dit oordeel zal haar niet ontgaan, hoe groot de toekomstige heerlijkheid ook is.

Copyright information for DutKingComments