Amos 3:4

Oorzaak en gevolg in het woud

De vraag in Am 3:3 is de eerste van zeven indringende vragen die in deze verzen achtereenvolgens worden gesteld. Amos neemt ons voor de volgende vragen mee

1. naar het woud (Am 3:4),

2. naar het veld (Am 3:5), en

3. naar de stad (Am 3:6).

Na de inleidende vraag van Am 3:3 zijn de volgende vragen bedoeld om ons te laten nadenken over oorzaak en gevolg. God wil ons leren en duidelijk maken dat er niets ‘toevallig’ gebeurt.

Een leeuw brult niet zomaar. Zijn gebrul heeft een oorzaak, een aanleiding. Zo is wat in onze levens gebeurt niet het resultaat van blinde krachten, maar van een vastgesteld plan van God in Wiens hand ons leven is. Hij leidt ons leven en controleert alle gebeurtenissen.

Nu kan iemand denken: ‘Maar God leidt mij toch niet als ik een weg van zonde kies?’ Nee, dat leidt God ook niet, maar Hij leidt wel de omstandigheden op een wijze dat Hij ons daardoor wil terugbrengen naar Hemzelf. God staat altijd boven het kwaad en de zonde. In de volgende verzen werkt Amos dit uit.

Amos als veefokker weet wat het brullen van de leeuw betekent: het is een waarschuwing van naderend gevaar. Dit brullen van de leeuw ziet op de machtige stem van God die Hij laat horen. De oorzaak is de zonde van Zijn volk, waarover Hij het oordeel moet brengen.

Toch handelt God niet zonder Zijn volk eerst te waarschuwen. Vandaar dat Hij Zijn machtige stem verheft door Zijn profeten aan wie Hij heeft geopenbaard wat Hij gaat doen (Am 3:7). In Zijn oordeel over Zijn volk stelt de HEERE Zich voor als een leeuw en een jonge leeuw (vgl. Hs 5:14). Een jonge leeuw kan zien op een geringer of gedeeltelijk oordeel.

Copyright information for DutKingComments