Amos 3:9

Doet het horen

Na de rechtvaardiging van zijn dienst als profeet verkondigt Amos nu zonder enige terughoudendheid het oordeel dat over de tien stammen moet komen. De opdracht van de HEERE aan de profeten is: “Laat het horen.” Zij moeten Asdod en Egypte oproepen tot getuigen van de gewelddadigheden en gruwelen die zich afspelen in de paleizen van Samaria. Daarvoor moeten ze op de bergen van Samaria plaatsnemen en zien wat zich daar afspeelt. Van wat ze hebben gezien, moeten ze weer getuigenis afleggen tegenover Israël.

Door deze handelwijze van de HEERE wordt de overmaat van de zonden van Israël op beschamende wijze voorgesteld (vgl. 2Sm 1:20). Wat een vernedering is het voor het volk van God als het door heidenen beoordeeld moet worden. Soms heeft de wereld een juister oordeel over het kwaad bij Gods volk dan de christen zelf. De Filistijnen, voorgesteld in de stad Asdod, zijn het volk dat het dichtst bij hen ligt. Egypte is het bekende grote rijk.

Wat God heeft bekendgemaakt, moet worden gepredikt, dichtbij en veraf. Door hen tot getuigen te maken van de zonden die Samaria bedrijft, moeten de vijanden begrijpen dat God hen terecht gebruikt om Zijn volk te tuchtigen. Asdod en Egypte worden opgeroepen om getuigen te zijn van Israëls ongerechtigheid die hier tot uiting komt in rustverstoring en onderdrukking. Er wordt algemeen (sociaal) onrecht gepleegd, en machtigen misbruiken hun positie om anderen te onderdrukken. Het hele maatschappelijke leven is ontwricht (Pr 4:1).

Overigens mag het feit dat God hen gebruikt om Zijn volk te tuchtigen de volken om hen heen niet tot de gedachte brengen dat zij zelf beter zijn. Om het in nieuwtestamentische taal te zeggen: ze zullen zich moeten realiseren dat “het oordeel begint bij het huis van God”. Daarna zal het hen treffen en wat zal hún einde zijn? (1Pt 4:17).

Copyright information for DutKingComments