Amos 6:8

De Heere HEERE zweert

Wat God zegt, is altijd waar. Wat Hij belooft, zal Hij altijd waarmaken. Zijn Woord staat vast. Als Hij Zich daarnaast dan nog met een eed verbindt als een plechtige bevestiging van wat Hij heeft gezegd, staat de zaak wel helemaal onomstotelijk vast. Als een mens een eed aflegt tegenover een ander mens, zweert hij “bij een meerdere en de eed is voor hen tot bevestiging, het eind van alle tegenspraak” (Hb 6:16). God heeft gezworen bij Zichzelf, “omdat Hij bij geen meerdere kon zweren” (Hb 6:13). De zaak staat vast. Het overtuigende bewijs van Israëls onverbeterlijkheid is geleverd.

God lucht hier Zijn hart over Israëls gedrag en spreekt Zijn afschuw erover uit. Hoogmoed is de wortel van de zonde. Het is de eerste zonde in het heelal, de zonde waaraan de duivel zich schuldig heeft gemaakt en waardoor hij sindsdien onder het oordeel van God ligt (1Tm 3:6; Js 14:12-14). Hoe vreselijk is het als die zonde onder Zijn volk wordt gevonden.

In hun hoogmoed hebben ze Gods land en Gods zegeningen misbruikt om zichzelf van een aangenaam bestaan te verzekeren, zonder een spoortje dankbaarheid aan Hem. In hun paleizen, hun weelderige huizen, doen de rijken zich te goed en dat ten koste van de armen. De HEERE kan er niet langer mee in verbinding staan en geeft Samaria prijs aan het oordeel.

Copyright information for DutKingComments