Colossians 2:3

Al de schatten van de wijsheid en kennis

Ko 2:1. Paulus hecht er veel belang aan dat de Kolossenzen weten dat hij met een grote, geestelijke strijd voor hen strijdt, evenals voor het naburige Laodicéa. Hij voegt eraan toe: “En voor allen die mijn aangezicht in [het] vlees niet hebben gezien.” Daarmee breidt hij de kring uit tot al Gods kinderen door de eeuwen heen. Hij wil dat bij allen, ook bij jou en bij mij, doordringt dat hij ook voor ieder van hen in grote strijd is. Hij strijdt ervoor dat allen die tot de gemeente behoren zich ten volle bewust zullen worden en blijven dat zij een zijn met het Hoofd in de heerlijkheid. Hij wil dat het volle besef daarvan in hun harten zal werken.

Hij strijdt voor hen omdat hij de gevaren van dwaalleraren ziet, waardoor ze dit besef zouden kunnen verliezen. De strijd die hij hier in gevangenschap heeft, is die van het gebed. Hij strijdt daarin niet tegen de dwaalleraren, maar voor de gelovigen. Als de gelovigen leven naar wat ze in Christus zijn geworden en hebben ontvangen, zullen dwaalleraren geen vat op hen krijgen. Het is van niet te overschatten belang dat we zo voor elkaar bidden en zo met Paulus meestrijden.

Ko 2:2. Het is goed tegen iemand te zeggen dat je voor hem of haar bidt. Het is een troost, een weldaad voor het hart van de ander. Die voelt zich gesteund. Zo wordt het gebed een geweldig middel dat God ons mede heeft gegeven om anderen te troosten. Ook al ben jij iemand die (misschien) geen openlijke dienst in de gemeente heeft, dan zie je hier een voorbeeld ervan hoe je tot troost en bemoediging kunt zijn. Deze dienst ligt open voor ieder kind van God en kan op elke plaats gebeuren. Paulus doet het tijdens zijn gevangenschap, jij kunt het in je binnenkamer doen (Mt 6:6). Je moet niet gering denken over het vertroosten van een hart, alsof het een onbeduidende bijkomstigheid zou zijn. Het is de vrucht van gebedsstrijd.

Troost is nodig als er onvrede en angst komen vanwege opkomende dwalingen, want troost verschaft versterking en vastheid aan het hart. Als iemands hart vertroost is, heeft dat zijn uitwerking op alle aspecten van het leven, want vanuit het hart zijn de uitingen van het leven (Sp 4:23).

Er is nóg een vrucht van deze gebedsstrijd. De gelovigen worden tegen opkomende vijanden met hun dwalingen “samengevoegd”, ze worden vast aaneengesloten, met als bindmiddel de “liefde”. Samengevoegde, aaneengesloten gelovigen die liefde hebben onder elkaar, zijn een onneembare vesting. Let er wel op dat het om een gemeenschappelijke beleving gaat. Je kunt niet in je eentje tot een beleving van deze dingen komen.

Als jij je zou isoleren, kun je de Bijbel bestuderen en leren kennen, maar het is niet mogelijk door ervaring bevestigd te worden. Je kunt dan misschien uitleggen wat ‘samengevoegd zijn in liefde’ betekent, maar dat is wel iets anders dan het te beleven. Je kunt nooit werkelijk iets begrijpen als je niet beleeft wat het betekent. Zo kun je bijvoorbeeld, als je niet getrouwd bent, er misschien van alles over weten omdat je er veel over hebt gelezen. Maar wat het echt betekent, weet je pas als je getrouwd bent.

Gelovigen die samengevoegd zijn, worden niet alleen beschermd tegen het kwade, maar staan ook open voor het goede. Paulus komt steeds dichter bij de kern van de inzet van zijn strijd. Hij wil de gelovigen meenemen naar de schatkamer van het geloof. Die schatkamer is de Persoon van Christus. In Hem is alle rijkdom te vinden. Paulus wenst dat ze inzicht zullen krijgen in Wie Hij is.

Als je inzicht hebt gekregen in de verborgenheid van God, heb je volle zekerheid, of weet je volmaakt zeker, dat hieraan niets is toe te voegen. Zolang er nog enig verlangen is naar heidense wijsbegeerte of Joodse overleveringen, mis je die volle zekerheid. Je doet jezelf tekort en je doet vooral Christus tekort. Hij is alles. Dat wil Hij voor jou zijn en met minder kan Hij niet tevreden zijn. Jij toch ook niet? Daarom is Paulus er alles aan gelegen dat je komt “tot kennis van de verborgenheid van God <[de] Vader>”.

Ko 2:3. En waar is die kennis te vinden? In Christus, want in Hem zijn “al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen”. Christus is de grote schatkamer van de Goddelijke rijkdommen. Er is niets buiten Hem wat dit aanvult. Niemand kan iets aan Hem toevoegen. Alles is in Hem verborgen en dat nodigt tegelijk uit die kostbaarheden op te diepen. Al die schatten zijn voor iedere gelovige toegankelijk.

Er wordt wel inspanning gevraagd. Schatten worden verborgen vanwege hun kostbaarheid. Ze liggen niet aan de oppervlakte. Maar je weet waar je moet graven: ‘in Christus’. De grote vraag is hoeveel die schat jou waard is. Jouw waardering ervan zal jouw inspanning bepalen. Twijfel je nog aan de waarde? Kijk nog eens goed: “Al de schatten van de wijsheid en kennis.” Het woord ‘al’ laat geen uitzondering toe.

Job stelt in een indrukwekkende vergelijking met de edelste metalen, die ook alleen met veel inspanning tevoorschijn gehaald kunnen worden, al die kostbaarheden in de schaduw van de wijsheid (Jb 28:1-28). Job vraagt zich af: “Maar de wijsheid, waar wordt die gevonden?” (Jb 28:12a). Hier lees je het antwoord: in Christus.

Gods wijsheid in Christus wordt op een bijzondere manier geopenbaard door het bestaan van de gemeente. In de gemeente is Gods veelvoudige wijsheid te zien (Ef 3:10). Dat Christus Zich met mensen die van nature zondaren zijn, zou verbinden en hen zou laten delen in Zijn heerlijkheid, dat heeft alleen de wijsheid van God kunnen bedenken.

In Christus is ook alles wat van God gekend kan worden door jou te kennen. Buiten Christus is er geen ware kennis. Mensen kunnen interessante ideeën hebben of veronderstellingen uiten, zowel over het ontstaan van de schepping als over het in verbinding komen met God. Maar of het nu gaat om de oorsprong van hemel en aarde of dat het gaat om de gemeente, alleen in Christus leer je zowel het een als het ander kennen.

Ko 2:4. Paulus zegt dit allemaal omdat het juiste zicht daarop een grote bescherming tegen misleidende leringen is. Het kennen van de verborgenheid zal je ervoor bewaren dat je ontvankelijk wordt voor dwalingen. Als dan mensen je pad kruisen die overredende taal gebruiken en mooie retoriek ten beste geven, zul je daarvan niet onder de indruk raken. Mooi en vloeiend spreken en een gloedvol betoog zijn geen garantie dat de waarheid wordt gesproken. Paulus heeft zelf geen gebruikgemaakt van overredende taal. In hem is de kracht van Gods Geest waarneembaar (1Ko 2:4-5).

Wat opvalt bij mensen die je geloof onderuit willen halen, is dat zij hun argumenten op waarschijnlijkheden bouwen en dat hun leersysteem op afleidingen van veronderstellingen berust. Maar de waarheid heeft geen argumenten nodig. Je hoeft de waarheid niet te verdedigen. Spreek de waarheid, en de verdediging is een feit.

Ko 2:5. Ook al hebben Paulus en de Kolossenzen elkaar nog nooit gezien, toch is Paulus steeds met deze gelovigen bezig. Hij neemt de zorg voor hen op zich omdat zij ook tot de gemeente behoren en daarvan is hij een dienaar. Dagelijks overvalt hem de zorg voor al de gemeenten (2Ko 11:28). De bewijzen van zijn zorg voor hen zie je in zijn voortdurende gebed voor hen, in het schrijven van deze brief aan hen en dat hij Tychicus naar hen toe zendt.

Toch is er niet alleen zorg. Voordat hij verder over de misleiders gaat spreken, noemt hij enkele dingen die hij bij de Kolossenzen ziet waarover hij zich verblijdt. Hun orde en de vastheid van hun geloof in Christus zijn hem levendig voorgesteld, zodat hij ze met zijn geestesoog ziet. Bij hun uiterlijke orde is er ook een innerlijke vastheid en die bestaat uit hun geloof in Christus. Christus is het voorwerp van hun geloofsvertrouwen. Uiterlijke orde en innerlijke vastheid versterken elkaar. Ze zijn beide nodig om te verhinderen dat het geloof je afhandig wordt gemaakt.

Maar wees op je hoede! De vijand kan ook via andere wegen proberen de vastheid van je geloof te ondergraven. Als hij je niets kan afnemen, wil hij je er graag iets bij geven, zogenaamd om je geloof te verdiepen. De werkelijkheid is dat hij je geloof wil uithollen en krachteloos wil maken. Dat zullen de volgende verzen duidelijk maken.

Lees nog eens Kolossenzen 2:1-5.

Verwerking: Welke schatten heb jij in Christus ontdekt?

Copyright information for DutKingComments