Colossians 2:9

Tot volheid gebracht in Christus

De vijand is onvermoeibaar bezig de gelovigen in hun wezen, dat is hun geloof, aan te vallen. Hij wil hun vertrouwen op God – dat is de betekenis van geloven – zoveel mogelijk schade toebrengen. Hij zal proberen je aan het twijfelen te brengen over bepaalde geloofswaarheden. Hij stelt je bijvoorbeeld voor dat God het allemaal niet zo bedoeld heeft. Als je daar niet op ingaat en deze aanval afslaat, zal hij het op een andere manier proberen. Je iets afnemen lukt niet? Dan zal hij proberen je er iets bij te geven, dat is dingen toevoegen aan wat je gelooft. Hij levert er ook nog een aansprekend motief bij. Je wilt toch graag meer en beter geloven, je geloof verdiepen? Wel, daar heeft hij nu precies de oplossing voor.

Ko 2:6. Om het gevaar van toevoegingen aan het geloof het hoofd te bieden neemt Paulus je mee terug naar het begin. Toen je Christus aannam, Hem ontving, nam je toch ook niets anders aan dan Christus? Je bent toch niet, net zomin als de Kolossenzen, door Joodse of Griekse wijsheden behouden of door Christus plus een bijdrage van deze wijsheden? Het moet duidelijk zijn, en het wordt dik onderstreept, dat Christus voldoende is voor je wandel als christen zoals Hij ook voldoende is om behouden te worden. Alles wat daarvoor nodig is, komt uit Hem voort.

Daarbij komt nog dat je Hem als “de Heer” hebt ontvangen. Je hebt Hem als absolute, soevereine Heerser over jouw leven aanvaard. Onderhandelen is er niet bij. Dat wilde je toen helemaal niet. Dat geldt nog steeds.

Het gebiedende “wandelt in Hem” betekent dat het verboden is je op andere ‘wandelpaden’ te begeven. Wandelen in Hem wil zeggen dat je in praktijk brengt wat je weet van Hem en dat je Zijn wil met betrekking tot jouw leven doet.

Ko 2:7. Omdat je “geworteld bent … in Hem”, trek je uit Hem je levenskracht en niet uit bijvoorbeeld filosofie. Daardoor word je standvastig, zoals een boom die tegen stormen bestand is. ‘Geworteld … in Hem’ ziet op wat er gebeurde toen je je bekeerde. Het wordt voorgesteld alsof Christus de grond is in Wie jij bij je bekering je wortels hebt geslagen. Sindsdien krijg je al je voedsel van Hem. Daarom is het belangrijk diepgeworteld te zijn, je wortels steeds dieper in Hem te slaan.

Bij “opgebouwd … in Hem” kun je denken aan een huis. Hier kun je Christus zien als de hoeksteen op Wie jij je levenshuis bouwt. De structuur van de bouw is afhankelijk van Hem, de bouw gebeurt ‘in Hem’. Daarom zul je je op Hem moeten richten, zodat Hij aan je kan laten zien hoe de opbouw van je geloofsleven moet verlopen.

Als jij je wortels diep in Hem slaat en je op Hem richt voor de opbouw van je geloofsleven, zul je bevestigd worden in het geloof. “Het geloof” is de geloofswaarheid, dat wat je gelooft. Het geloof vindt zijn centrum in Christus. Het geloof betreft Hem. Bevestigd worden in het geloof wil dan ook zeggen bevestigd worden in Christus. Je ziet dat alles om Hem gaat. Ook in je geloofsleven zijn alle dingen uit Hem en door Hem en tot Hem.

Dit zijn voor de Kolossenzen geen nieuwe dingen. Het is hun geleerd. Of het bij jou zo is, weet ik niet. Je hebt in elk geval de toetssteen in handen om daaraan het onderwijs, dat je bij je bekering en daarna hebt ontvangen, te toetsen. Misschien moet je enkele dingen in je leven veranderen en anders gaan zien. Dan ga je er ook naar verlangen ze toe te passen en te doen zoals ze hier staan. Je zult, nadat je het juiste onderwijs hebt ontvangen én hebt aangenomen, zeker overvloeien van “dankzegging”.

Wat is er veel reden tot dankzegging als je op je laat inwerken wat je in Christus bent geworden en hebt ontvangen en daarbij bedenkt hoe volmaakt genoeg dat is voor nu en voor eeuwig. Dankbaarheid tegenover God is tegelijk een bescherming tegen verzoekingen tot twijfels aan het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Als je hart vol is van de wonderbare waarheden van het evangelie, zal er dank uit opstijgen tot God. Dankzegging is een goed werkende antistof tegen het gif van de dwaalleraren.

Ko 2:8. Kijk uit! Paulus roept het je indringend toe. Denk niet dat jij immuun bent voor de listen van de vijand. Hij ziet en besluipt iedere gelovige als een prooi. Hij heeft zijn zinnen erop gezet ook jou als buit weg te voeren, weg bij de Heer Jezus vandaan. De middelen waarvan hij zich bedient, zijn “wijsbegeerte” en “ijdel bedrog”.

‘Wijsbegeerte’, filosofie, is bijna net zo oud als de wereld, maar heeft nooit een mens kunnen redden uit zijn ellende en verdriet die zijn veroorzaakt door de zonde. Dat komt omdat wijsbegeerte van de wereld voorbijgaat aan de zonde door te doen alsof die niet bestaat. Elke oplossing die de wijsbegeerte aanbiedt, is dan ook ‘ijdel bedrog’. Dat kan ook niet anders, want wijsbegeerte is een product van “de overlevering van de mensen” en sluit naadloos aan op de “elementen van de wereld”.

Bij de ‘elementen van de wereld’ moet je denken aan alle onderdelen waaruit het wereldsysteem is samengesteld. Daaronder vallen bijvoorbeeld amusement en andere vormen van verstrooiing die de mens wil genieten en hem ervan weerhouden om aan God te denken. God heeft in dit systeem geen plaats.

Als ‘de overlevering van mensen’, ofwel de traditie, naast Christus enige waarde krijgt voor het kennen van God, kom je in aanvaring met de Schrift (vgl. Mt 15:3-9). Als je waardering krijgt voor de overleveringen in plaats van de Bijbel, betekent dit dat je gaat kiezen voor twijfel in plaats van zekerheid. Overlevering komt voort uit de mens en niet uit God. Waar overlevering een plaats heeft gekregen, is de deur opengezet voor de elementen van de wereld.

Op vele manieren zijn overleveringen doorgedrongen in de dienst aan God. Je herkent overleveringen waar uiterlijk vertoon de maatstaf is voor het geestelijk gehalte van de dienst. De Geest van God wordt verdrongen door een orde die door mensen is opgesteld. Denk bijvoorbeeld aan situaties waar alleen gediplomeerde, welbespraakte personen mogen preken en waar een altaar, kleding, afbeeldingen en muziek het geheel moeten opsieren.

Met één pennenstreek, beter gezegd, met één Naam, Christus, zet Paulus dat hele systeem opzij. Het tweevoudige gevaar, filosofie en menselijke traditie, staat in tegenstelling tot Christus. Wie Hem heeft, heeft alles en heeft daarnaast niets nodig.

Ko 2:9. Wat heb je nog nodig als je Hem hebt, in Wie “de hele volheid van de Godheid lichamelijk” woont? Het is bijna dezelfde uitdrukking als die in Kolossenzen 1 staat (Ko 1:19). Daar ziet het op de tijd dat Christus op aarde was en staat het in verbinding met de raadsbesluiten van God. Hier ziet het op het heden, nu Hij als Mens in de hemel is, en staat het in verbinding met het volbrachte werk van de verlossing.

In beide uitdrukkingen samen zie je wat Christus werd toen Hij op aarde kwam, en wat Hij nog steeds is en tot in eeuwigheid zal blijven. Hij heeft een lichaam aangenomen om dat nooit weer af te leggen. Hij werd Mens om dat tot in eeuwigheid te blijven. Het wonen van de volheid van de Godheid in Hem is een tegenwoordig en voortdurend verblijven van de volheid van de Godheid in de verheerlijkte Zoon van God aan Gods rechterhand.

In Christus wonen niet slechts bepaalde aspecten van de Godheid, maar het geheel van al Gods eigenschappen en wezenskenmerken, want Hij is Zelf God. Zijn Goddelijke macht en majesteit deelt Hij met geen enkel schepsel. Het lichaam dat Hij heeft aangenomen, is een lichaam dat tot in eeuwigheid onvergankelijk is.

Ko 2:10. De conclusie die Paulus vervolgens trekt, is natuurlijk adembenemend. Hij zegt dat jij in Hem, in Wie de hele volheid van de Godheid lichamelijk woont, ook tot volheid bent gebracht. Er ontbreekt je helemaal niets. Je bent volmaakt in Hem voor God.

Je ziet dat in Hem God in al Zijn volheid volmaakt wordt voorgesteld (Ko 2:9). Je ziet ook dat jij in Hem volmaaktheid en volkomenheid voor God bezit. Het ontbreekt je aan niets wat betreft je positie voor God. Er is niets of niemand die zich een plaats kan aanmatigen tussen Christus en jou omdat je in Hem bent.

Aan die volmaakte positie kunnen wijsbegeerte en overleveringen niets bijdragen. Integendeel, alles wat je daarvan zou overnemen, verwijdert je van God. Dat wil je toch niet? En bedenk daarbij dat Hij niet alleen alle mensen te boven gaat, maar ook alle door Hem geschapen engelenmachten.

In die Persoon ben je volledig gemaakt. Wat wens je nog meer?

Lees nog eens Kolossenzen 2:6-10.

Verwerking: Welke tegenstellingen vind je in deze verzen?

Copyright information for DutKingComments