Daniel 1:3-4

Onderwijs

Nebukadnezar wil een aantal Judese jongemannen laten opleiden om ze aan zijn hof te laten dienen en in de regering van zijn land een belangrijke functie te geven. Hij handelt naar het beginsel ‘wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’. In de Dn 1:3-4 wordt een profielschets van deze jongemannen gegeven. Onder hen die daaraan beantwoorden, bevinden zich Daniël en zijn drie vrienden.

Daniël behoort tot de Judese adel. Hij hoort bij de eerste lichting ballingen die naar Babel is gebracht. De profeet Jesaja heeft de wegvoering van deze mannen naar Babel voorzegd: “[Bovendien] zullen zij [een aantal] van uw zonen meenemen, die uit u zullen voortkomen, die u verwekken zult; zij zullen hovelingen worden in het paleis van de koning van Babel” (Js 39:7). Deze mannen worden uitgekozen om de heerlijkheid van Nebukadnezar groter te maken. Maar God gebruikt deze jongemannen uit Juda om een getuigenis voor Zichzelf in Babel bij de machtigste man op aarde te hebben.

Om hen helemaal van hun eigen denkwereld los te maken en binnen te voeren in de denkwereld van Babel moet een programma met drie hoofdpunten worden gevolgd. Het eerste punt is dat, om goed dienst te kunnen doen, “men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën”. Dit programmaonderdeel richt zich op hun geest, wat ze in hun geest tot zich moeten nemen en hoe ze de verkregen kennis in woorden aan anderen moeten doorgeven.

Dat staat tegenover het onderwezen worden in de “heilige Geschriften” (2Tm 3:15) en het spreken “wat de gezonde leer past” (Tt 2:1). Als actuele toepassing kunnen we eens kijken naar de bijbelvertaling die we gebruiken. Is het een betrouwbare vertaling? We kunnen ook denken aan de liederen die we zingen. Het gebruik van deze middelen vormt onze geest en onze taal. Daarom is het goed ons af te vragen wat we lezen en zingen.

Copyright information for DutKingComments