Daniel 11:15

De koning van het noorden

(Dn 11:15) De koning van het noorden, Antiochus III, behaalt omstreeks 198 v.Chr. een grote overwinning over Egypte. De veldheer van het Egyptische leger die enkele jaren eerder nog een aanval van Antiochus III heeft afgeslagen, vlucht naar Sidon. Antiochus III achtervolgt hem en neemt de stad na een belegering in. De opgekomen keurtroepen van de koning van het zuiden om de belegering te doorbreken, worden door Antiochus III naar hun land teruggedreven. Ze hebben geen kracht om stand te houden.

(Dn 11:16) Antiochus III is oppermachtig. Hij kan doen wat hij wil. Niemand is in staat hem tegen te houden. In die tijd onderwerpt hij heel Israël, “het sieraadland” (vgl. Dn 8:9), aan zich. Vanaf dat ogenblik is Israël voor lange tijd onder Syrische heerschappij, een heerschappij die zwaarder drukt dan de heerschappij van Egypte. Ze staan onder een heerser die de macht heeft te vernietigen wat hij wil.

(Dn 11:17) Rond 194 v.Chr. probeert Antiochus III door middel van een huwelijk Syrische invloed in Egypte te krijgen. Hij geeft aan Ptolemaeus V zijn dochter Cleopatra tot vrouw. Daarbij belooft Antiochus III haar enkele landen als gift mee te geven, waaronder Israël. Het verdere verloop van de geschiedenis doet de plannen om zijn macht te vergroten, mislukken, onder andere, doordat Cleopatra direct na haar huwelijk partij kiest voor haar echtgenoot.

(Dn 11:18) Een gebied waarop Antiochus III vervolgens zijn zinnen zet, zijn “de eilanden”, waarvan hij “er vele” verovert. Dit ziet op de verovering van een groot deel van de Griekse eilanden. Door zijn veroveringszucht naar het westen roept Antiochus echter de toorn van de Romeinen over zich af. “Een leider” van het opkomende Romeinse rijk roept deze koning van het noorden een halt toe. In 190 v.Chr. wordt Antiochus III in de beslissende slag bij Magnesië in Klein-Azië door de Romeinse veldheer Lucius Scipio volkomen verslagen. Hij moet zich uit Griekenland terugtrekken.

Hij wordt gedwongen alle olifanten af te staan, een hoge oorlogsschadevergoeding te betalen en ook nog twintig gijzelaars te geven. Onder deze gijzelaars bevindt zich ook zijn jongere zoon, die later onder de naam Antiochus IV Epiphanes van betekenis wordt. Ook leggen de Romeinen hem een heel hoge jaarlijkse schatting op.

Met een restant van zijn verslagen leger keert Antiochus III daarna in zijn land terug. Al zijn trots, roem en eerzucht zijn door het slijk gehaald. Die smaad moet hij zich laten welgevallen, zonder enige mogelijkheid tot vergelding van wat hem is aangedaan.

(Dn 11:19) Om de hoge schatting die hem is opgelegd te kunnen betalen, berooft Antiochus III de vestingen en tempels van zijn eigen land. Wanneer hij in 187 v.Chr. de tempel te Elymaïs wil plunderen, komt de bevolking tegen hem in opstand. Woedend komen de menigten om hun heiligdom te verdedigen en vermoorden hun koning.

(Dn 11:20) Na de dood van Antiochus III neemt zijn zoon Seleucus IV bezit van de Syrische troon. Door zijn belastinginner Heliodorus laat hij in zijn rijk hoge belastingen vorderen, om daarmee de opgelegde schatting aan de Romeinen te betalen. Daarvoor zendt hij hem onder andere ook naar Jeruzalem om de tempelschatten te nemen.

“Na enige dagen”, dat wil zeggen twaalf jaren, geregeerd te hebben (terwijl zijn vader vijfendertig jaar heeft geregeerd), wordt Seleucus IV gedood. Dat gebeurt niet door de toorn van een woedende volksmenigte en ook niet door een oorlog, maar door vergiftiging door zijn eigen belastinginner Heliodorus. Laatstgenoemde hoopt daardoor zelf aan de macht te komen.

Copyright information for DutKingComments