Daniel 11:36-39

De antichrist en zijn godsdienst

(Dn 11:36) In dit vers wordt een sprong gemaakt naar de eindtijd, dat wil zeggen dat de gebeurtenissen die vanaf dit vers worden beschreven, hun volle en werkelijke vervulling in de eindtijd zullen hebben. De uitdrukking “die koning” komt hier voor het eerst in dit hoofdstuk voor. Eerder is er steeds gesproken over de koning van het zuiden of van het noorden. “Die koning” is nog steeds Antiochus Epiphanes. Toch wordt hier met nadruk over “die koning” gesproken omdat hij vanaf dit vers duidelijk een type van de antichrist is. Wat hier van Antiochus Epiphanes wordt gezegd, geldt in werkelijkheid in de volle zin voor de antichrist.

Als we kijken naar wat in dit vers wordt gezegd en we kennen enigszins het karakter van de antichrist dan zien we hoe deze dingen ten volle voor hem gelden. In zekere mate is wat hier wordt gezegd ook waar van Antiochus Epiphanes, maar we hebben gezien dat hij toch door de Romeinen gedwongen is geworden om in te binden. Iets dergelijks zien we niet bij de antichrist. De antichrist handelt naar eigen goeddunken. Dat betekent dat hij volledig zelfstandig en eigenmachtig handelt. God komt totaal niet aan bod. Hij wordt genegeerd.

Het tweede kenmerk van de antichrist is dat hij zich verheft en zichzelf boven elke god verheft. Hij duldt niet dat iemand anders eer krijgt dan hijzelf. Na het negeren van God zet hij God aan de kant en maakt hij zichzelf god in de plaats van God. Het derde is dat hij een grote mond opzet tegen de allerhoogste, enige, ware God. Hier tart hij God. Wat Paulus over de antichrist aan de Thessalonicenzen schrijft, komt overeen met wat we hier in Daniël over ‘die koning’ lezen (2Th 2:3-4; Op 13:11-18).

Het lijkt erop dat niemand hem kan stuiten in zijn goddeloosheid en de mond kan snoeren. Hij kan naar het schijnt ongestoord zijn gang gaan. Maar Gods oordeel over hem zal op de door God vastgestelde tijd komen. De antichrist zal zijn gang kunnen gaan, totdat wat God over Zijn volk heeft besloten, is vervuld. De gramschap waarvan hier sprake is, is de gramschap van God over Zijn volk vanwege hun afgoderij en de verwerping van Zijn Zoon. De antichrist is net als Antiochus Epiphanes een tuchtroede in de hand van God die Hij in Zijn gramschap gebruikt (vgl. Js 10:5).

(Dn 11:37) Ook dit vers gaat over Antiochus Epiphanes, maar daarbovenuit gaat het over de antichrist. De antichrist is een Jood, maar hij slaat geen acht op de God van zijn vaderen. Met “het verlangen van de vrouwen” wordt de Messias bedoeld, van Wie iedere Joodse vrouw de moeder wenste te worden. Hij negeert dus ook Gods Messias, want hij zal zichzelf als zodanig presenteren. Het gaat alleen om hemzelf. Hij eist alle eer voor zichzelf op. Nog eens wordt er de nadruk op gelegd dat hij zichzelf als god ziet. Hij eist de bovenste plaats op en duldt niemand naast zich, laat staan boven zich.

(Dn 11:38) Terwijl hij enerzijds niemand boven of naast zich duldt en zelf het enige voorwerp van verering wil zijn, heeft hij zelf toch ook een voorwerp van verering. Zijn eerbetoon gaat uit naar “de god van de vestingen”. Daarmee wordt zijn militaire macht bedoeld. Deze god hebben zijn vaderen niet gekend, want die hebben op God vertrouwd en niet op hun militaire kracht.

De antichrist vereert zijn militaire macht als een god. Dat is zijn kracht. Daarop steunt hij. Hierdoor is hij de omringende vijandige landen de baas. Om die god van het nodige te voorzien investeert hij met alle waardevolle materialen. Hij heeft de technologische kennis en koopt wat nodig is om zich van de meest geavanceerde wapens te voorzien.

(Dn 11:39) Naast zijn eigen militaire apparaat krijgt de antichrist ook steun van de alleenheerser van het herstelde West-Romeinse rijk, het verenigd Europa, met wie hij een verbond zal sluiten. Zoals we al hebben gezien, zal dat een verbond met de dood blijken te zijn (Dn 9:27; Js 28:15a). Allen die zijn politiek verdedigen, zal hij belonen. Ze zullen aanzienlijke positie toebedeeld krijgen, waarbij zij macht kunnen uitoefenen over anderen.

Ook zal hij zijn trouwe volgelingen stukken land van “het land”, dat is Israël, geven als beloning voor hun volgzaamheid. Alleen zij die zich openlijk met de afgoderij inlaten en de antichrist erkennen, kunnen kopen en verkopen (Op 13:16-17). De trouwste dienaren krijgen grote beloningen. Wat de toepassing op de eindtijd betreft, bevinden we ons inmiddels in de tweede helft van de laatste jaarweek.

Copyright information for DutKingComments