Daniel 11:40-41

De toekomstige koning van het noorden

(Dn 11:40) De geschiedenis gaat hier verder. De koning van het zuiden zal “hem”, dat is de koning van de vorige verzen, “[met de horens] stoten”. We hebben bij die “hem” in eerste instantie te denken aan Antiochus Epiphanes als de koning van het noorden. Maar nog duidelijker dan al in de vorige verzen te zien is, zien we hier dat het om de eindtijd gaat, want in dit vers lezen we dat het gaat om een gebeurtenis “in de tijd van het einde”.

In de Dn 11:36-39 hebben we in de kenmerken die daar zijn genoemd, de duidelijke parallel gezien die er is tussen Antiochus Epiphanes en de antichrist. Het is goed er nog even aan te herinneren dat er in Dn 11:36 sprake is van “die koning” en dat het tot en met Dn 11:39 steeds over “die koning” gaat, zonder de toevoeging “van het noorden” die in de verzen daarvoor steeds wordt gebruikt. De gedachte aan “de koning van het noorden” is daardoor vervaagd en naar de achtergrond verdwenen, waardoor er ruim baan is gekomen om te denken aan de antichrist.

Als type van de antichrist heeft Antiochus Epiphanes de godsdienst van de Joden tot een godsdienst van afval van God gemaakt. Daarmee heeft hij de afvallige massa gebracht tot een verering van de dictator van het herstelde West-Romeinse rijk voor wie hij een afgodsbeeld in de tempel heeft laten oprichten. De antichrist is de vijand in Gods volk.

Vanaf Dn 11:40 is er echter weer sprake van “de koning van het noorden”, maar dan nu uitdrukkelijk verbonden met de tijd van het einde of de eindtijd. Dat betekent dat we hier niet meer moeten denken aan de historische Antiochus Epiphanes, maar aan iemand die zich in de eindtijd als de vijand van buiten het volk zal gedragen. Hier wordt Antiochus Epiphanes van een andere kant bezien. Hij is niet alleen de religieuze vijand van de Joden, hij is ook hun politieke vijand. Als de koning van het noorden is hij erop uit Israël van de aardbodem weg te vagen.

Dat is wat we in de Dn 11:40-45 voor ons hebben. Daarin zien we niet meer de historische Antiochus Epiphanes, maar de toekomstige koning van het noorden. Deze persoon zal, net als we hebben gezien bij de antichrist, geheel in de geest van de historische Antiochus Epiphanes optreden.

De aanleiding voor de openbaring van zijn vijandschap tegen het Joodse volk is een aanval van de koning van het zuiden op “hem”, de koning van het noorden. Het kan ook zijn dat met “hem” de antichrist wordt bedoeld. In elk geval gaat het initiatief voor deze confrontatie tussen de beide koningen in de eindtijd van de koning van het zuiden uit. Elke beweging van de koning van het zuiden in de richting van de koning van het noorden zal door de koning van het noorden als een oorlogsverklaring worden opgevat.

De koning van het noorden zal zijn legers mobiliseren en ook zijn vloot inzetten en met groot vertoon van macht op Egypte aanstormen. Daarbij zal hij ook andere landen aandoen en die aan zijn zegekar binden. Hij zal die landen “overspoelen” als een overweldigende watervloed (vgl. Js 8:7-8; Js 10:22; Js 28:17; Dn 9:27).

(Dn 11:41-43) Bij zijn oorlogszuchtige optreden als reactie op de aanval van Egypte zal Syrië, naast vele landen, ook het land Israël binnentrekken, dat hier genoemd wordt “het sieraadland” (vgl. Dn 8:9; Dn 11:16; Ez 20:6). Enkele landen en personen zullen echter aan de veroveringszucht van de koning van het noorden ontkomen: Edom, Moab en het beste deel van Ammon. Deze landen bevinden zich in het gebied van het tegenwoordige Jordanië.

Een reden dat deze landen niet in de macht van de koning van het noorden komen, kan zijn dat God deze oude vijanden Zelf zal oordelen. Hij zal dat dan doen door de Godvrezenden die zich in het land bevinden (Js 11:13-14). Op die manier zorgt God ervoor dat de vroegere vijanden van Israël hun rechtvaardige vergelding ontvangen uit de handen van het volk dat zij hebben geprobeerd tegen te staan en te benadelen.

De koning van het noorden trekt dan verder naar het zuiden om Egypte aan te vallen. Egypte zal niet, in tegenstelling tot de drie zojuist genoemde landen, aan de greep van de koning van het noorden ontkomen. Egypte kent grote materiële voorspoed vanwege de natuurlijke hulpbronnen die het land rijk is en ook omdat dit land het grote centrum van de westerse en oosterse handel in dat deel van de wereld is geworden. Van al die rijkdom maakt de koning van het noorden zich meester. Libië en Cusj (of Ethiopië), de zuidelijk van Egypte gelegen bondgenoten van Egypte, zullen in het lot van Egypte delen en door de koning van het noorden aan zijn macht worden onderworpen.

(Dn 11:44-45) Terwijl de koning van het noorden oorlog voert, hoort hij berichten uit het oosten en uit het noorden. Wat deze geruchten zijn, is niet helemaal duidelijk. Toch zijn er wel enkele aanwijzingen wat deze geruchten zouden kunnen zijn. We lezen elders over “koningen die van [de] opgang van de zon komen” (Op 16:12). Er is ook wel iets te zeggen voor de veronderstelling dat de geruchten uit het oosten worden veroorzaakt door de terugkeer van het gevluchte overblijfsel in het land dat de bezettingsmacht terugdrijft (Zc 12:4-6; Jl 3:11; Mi 5:4-8; Zc 10:3; 5-6a).

De geruchten uit het noorden kunnen worden toegeschreven aan de komst van bondgenoten, die Israël te hulp snellen. We kunnen daarbij denken aan de legers van het herstelde West-Romeinse rijk, dat is het verenigd Europa, die hun bondgenoot Israël te hulp zullen snellen en vanuit het noorden het land binnenkomen. De legers van het verenigd Europa zullen naar Harmagedon oprukken (Op 16:16).

Ze menen in eigen kracht te gaan, maar het is de geheimzinnige kracht van God die hen daarheen leidt om hen daar te oordelen. Harmagedon is een vlakte in het noorden van Israël, een vlakte die heel geschikt is voor een grote opmars. Wat door de nieuwsmedia zal worden voorgesteld als een hulpoperatie ten behoeve van het bedreigde Israël, is in werkelijkheid een opmars om oorlog te voeren tegen het Lam (Op 19:19).

Door deze geruchten zal de koning van het noorden zijn zegetocht in het zuiden onderbreken. Briesend van woede zal hij terugkeren naar Israël om de opstand die daar aan de gang is, neer te slaan. Hij zal daarbij niets en niemand ontzien. Hij is van plan velen weg te vagen en onschadelijk te maken.

Dan lezen we dat hij “de tenten van zijn paleis”, dat is zijn hoofdkwartier, “tussen de zeeën opzetten” zal. De vertaling van dit gedeelte van Dn 11:45 is niet helemaal juist. De juiste vertaling is: “En hij zal de tenten van zijn paleis opzetten tussen de zeeën en de berg van het heilig sieraad.” De koning van het noorden zal zijn hoofdkwartier opslaan “tussen de zeeën – daarmee wordt de Middellandse Zee bedoeld, die in het Hebreeuws wordt aangeduid met “zeeën” als een aanduiding voor ‘de grote zee’ – en de berg van het heilig sieraad” – dat is de tempelberg in Jeruzalem.

Wanneer hij zo Jeruzalem voor de tweede keer belegert, zal de nood van het gelovig overblijfsel tot een hoogtepunt komen. Zij lijden enorm van de antichrist in het land en ze worden nu ook nog door de koning van het noorden bedreigd. Deze laatste dreiging, de dreiging van buitenaf, en de daaruit voortvloeiende nood delen zij met de goddeloze massa. Het gelovig overblijfsel heeft een dubbele vijandschap te verduren: één van binnen, de antichrist, en één van buiten, de koning van het noorden.

Maar als de nood het hoogst is, is voor het overblijfsel de redding en voor de goddeloze massa het eindoordeel nabij. De redding komt uit de lucht, want dit is het moment dat de Heer Jezus naar de aarde komt en Zijn voeten zet op de Olijfberg (Zc 14:3-4). Dan doodt Hij de koning van het noorden. Het wordt hier allemaal niet met zoveel woorden gezegd. Het staat er eenvoudig en daardoor indringend: “Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben.” Hij die zich zo op zijn kracht heeft beroemd en heeft gemeend alles te kunnen doen wat hij wil, wordt gedood zonder dat iemand het voor hem opneemt. Niemand is in staat zijn oordeel af te wenden.

Dat de toekomstige koning van het noorden bij Jeruzalem wordt gedood, is een bewijs te meer dat het niet om de historische Antiochus Epiphanes kan gaan. Deze historische figuur is volgens de ongewijde geschiedenis namelijk niet bij Jeruzalem gedood, maar in Perzië aan een ziekte gestorven.

Copyright information for DutKingComments