Daniel 2:17-18

Reactie van Daniël

Als Daniël hoort van de dreiging gedood te worden, gaat hij het probleem niet uit de weg. Hij informeert eerst wat er aan de hand is dat er zo overhaast te werk wordt gegaan. Daniël laat zich daardoor niet zelf tot een overhaast handelen verleiden. Hij gaat naar de koning en vraagt om uitstel. Dat is moedig, want de koning heeft al het bevel gegeven dat de wijzen moeten worden gedood.

De manier waarop Daniël zich tot de koning richt, getuigt van geloof. Hij zegt de koning toe dat hij hem de uitleg te kennen zal geven. In Dn 2:28 getuigt hij ervan dat de uitleg niet van hemzelf komt, maar dat God de uitleg bekendgemaakt heeft. Hier weet Daniël echter nog niets van de droom, maar hij is zich bewust dat er een God is Die “diepe en verborgen dingen” openbaart (Dn 2:22). Omdat Daniël een levend geloof in God heeft en Hem onvoorwaardelijk vertrouwt, kan hij zo tot de koning spreken.

In zijn spreken klinkt geen aanmatiging door. Hij is niet zelfverzekerd, maar vraagt uitstel. Hij vraagt geen uitstel om allerlei spitsvondige mogelijkheden te onderzoeken en plannen te beramen om aan het dreigende gevaar te ontkomen. Hij gebruikt het uitstel om zijn nood met zijn vrienden te delen en daarvoor samen te bidden (vgl. Hd 4:23-31). Geloof brengt tot afhankelijkheid van God. In dit gebed, een gemeenschappelijk gebed, bidden ze tot “de God van de hemel”. Ze naderen God in de juiste gezindheid, zonder de aanmatiging Zijn volk te zijn. Ze vragen van Hem barmhartigheid, opdat ze niet ter dood gebracht zullen worden.

Copyright information for DutKingComments