Daniel 3:27

Uit het vuur

Nebukadnezar is al opgestaan van zijn troon, maar komt nu verder in beweging. Hij gaat zo dicht mogelijk naar de opening van de brandende vuuroven om de jonge mannen toe te spreken. Hij begint ermee hun namen te noemen. Het is opvallend hoe vaak de namen van de vrienden in deze geschiedenis worden genoemd. De Geest van God vindt er Zijn vreugde steeds de namen te noemen van mensen die God hebben groot gemaakt. Hij eert hen die Hem eren.

Vervolgens spreekt Nebukadnezar hen aan als “dienaren van de allerhoogste God”. Dit is een openlijk getuigenis van de trouw van de vrienden. Allen die in de loop van de eeuwen tot aan de voleinding van de tijd ooit de gelovigen hebben vervolgd, zullen gedwongen worden dit getuigenis te geven (vgl. Op 3:9). Vervolgde gelovigen die trouw zijn gebleven aan hun belijdenis van de levende God, dwingen dit getuigenis af.

Nebukadnezar beveelt hun naar buiten te komen. Ze zouden al eerder door de opening naar buiten hebben kunnen wandelen en om zich triomfantelijk voor de koning te plaatsen. Ze verlaten de oven echter pas op het bevel van de koning. Daarbij zal ook komen dat het gezelschap van de Zoon van God hen zozeer met vreugde en vrede heeft vervuld, dat ze graag bij Hem in het midden van het vuur zijn gebleven.

Maar op bevel van de koning komen ze uit de oven en gaan voor hem staan. Daar staan ze voor Nebukadnezar, even trouw aan hem nadat ze in de vurige oven zijn geweest als ervoor. Het vuur heeft niets veranderd aan hun uiterlijk, maar ook niet aan hun gedrag.

Dan komen allen die hen bij Nebukadnezar hebben aangeklaagd bij de koning. Ze komen niet met een nieuwe aanklacht. Dat kan ook niet, want het vonnis is voltrokken. Wat ze constateren, is dat het vuur geen enkele vat op de jongemannen heeft gehad, ja, dat er zelfs geen brandlucht aan hen te ruiken is.

Hier is ook een belangrijke toepassing te maken. Gelovigen die in zware beproeving zijn geweest vanwege hun trouw aan de Heer, zullen van hun uitredding daaruit geen ophef maken. Ze zullen er niet mee te koop lopen en er grootse verhalen over rondstrooien. Er zal geen zelfverheerlijking zijn. Als ze er al iets over vertellen, zal dat alleen zijn om de Heer groot te maken, maar aan henzelf zal ‘geen brandlucht hangen’. Hun trouw aan de Heer zal na de beproeving even groot zijn als ervoor.

Copyright information for DutKingComments