Daniel 4:27

Raad van Daniël

Als Daniël de droom heeft uitgelegd, voegt hij er nog een persoonlijk woord aan toe. Hij geeft Nebukadnezar ongevraagd, maar uit pure bewogenheid, de raad om met zijn zonden te breken. De heerschappij van Nebukadnezar die door allen die zich aan hem onderwerpen als een weldaad wordt ervaren, betekent niet dat hij geen zondaar is en geen ongerechtigheden doet. Zijn heerschappij is geen rechtvaardige heerschappij. Hij leeft voor zichzelf. Daniël wijst hem erop dat hij de ellendigen geen genade bewijst. Wil hij verlenging van zijn voorspoed, dan moet hij daar verandering in aanbrengen. Dat kan alleen als hij zich bekeert en met zijn hart God als de Heerser over alles erkent.

Wat Daniël zegt, betekent niet dat Nebukadnezar door nu rechtvaardig te gaan handelen en genade te gaan bewijzen, zijn zonden ongedaan kan maken. Het is niet mogelijk op grond van goede werken van zonden gereinigd te worden. Een mens raakt zijn zonden alleen kwijt door ze te belijden en te geloven in het verzoenend sterven van Christus. In de tijd dat de Heer Jezus nog niet is gekomen, kan God zonden vergeven met het oog op het offer dat Christus zal brengen (Rm 3:23-26). Voor de mens is er voor en na het kruis niets veranderd. God vergeeft zonden alleen op grond van belijdenis (1Jh 1:9), waarbij de grondslag voor de vergeving het offer van Christus is (Hb 9:22b).

Copyright information for DutKingComments