‏ Daniel 5:11

De koningin herinnert aan Daniël

De verschrikking van de koning en zijn machthebbers dringt door tot de koningin, waarschijnlijk de koningin-moeder. Zij is in elk geval niet een van zijn vrouwen, want die zijn allemaal in de feestzaal aanwezig (Dn 5:2). Als we horen hoe zij Belsazar aanspreekt, versterkt het de gedachte dat we met de koningin-moeder te maken hebben. Alleen zij kan de koning aanspreken zoals ze doet. Ze is waarschijnlijk de dochter van Nebukadnezar.

Zij begroet hem met de gebruikelijke groet. De begroeting “leef in eeuwigheid” klinkt hier wel extra wrang. Belsazar heeft immers nog slechts enkele uren te leven. Vervolgens stelt ze hem gerust. Hij hoeft niet bang te zijn, want zij kent iemand die hem kan helpen. Dan vertelt ze over Daniël en hoe deze van groot nut is geweest voor Nebukadnezar. Ze vertelt hem ook van de achting die Nebukadnezar voor hem had. Als Nebukadnezar zo’n waardering voor Daniël had, dan is dat toch wel een bijzondere aanbeveling hem te laten halen.

Vervolgens geeft ze een indrukwekkend getuigenis van de bijzondere kwaliteiten van Daniël. Het is voor iedereen duidelijk geworden dat in hem “een uitzonderlijke geest, kennis en verstand om dromen uit te leggen” aanwezig zijn. Deze kwaliteiten kun je niet zien, maar moeten blijken uit wat iemand zegt of doet. Hij is een man die raadsels kan onthullen en knopen kan ontwarren.

Alles wat ze van Daniël zegt, is niet overdreven. Daniël heeft een uitmuntende staat van dienst. Ze kan hem alleen maar van harte bij de koning aanbevelen. Als hij deze man laat halen, zal deze hem de uitleg van het schrift te kennen geven. Ze twijfelt er niet aan, maar stelt het als een zekerheid. Daarvoor kent ze hem te goed.

Het getuigenis dat de koningin van Daniël geeft, heeft ons wel iets te zeggen. Kennen de mensen die in de wereld leven en in paniek zijn over bepaalde gebeurtenissen ons als gelovigen die aan de hand van Gods Woord die gebeurtenissen kunnen uitleggen? Kan men mensen naar ons verwijzen? Zolang er mensen als Daniël zijn, hoeven anderen niet te wanhopen. Wij kennen Gods gedachten en kunnen die bekendmaken. In alle wanhoop kunnen wij op God wijzen en we kunnen vertellen hoe het zal gaan in de wereld. Zolang er mensen als Daniël in de wereld zijn, is er hoop voor de enkeling.

Copyright information for DutKingComments