Daniel 5:13

Belsazar laat Daniël komen

Belsazar volgt de raad van zijn moeder op en laat Daniël halen. Daniël moet hier tegen de negentig jaar oud zijn. Als een eerbiedwaardige grijsaard verschijnt hij voor de koning. Het lijkt erop dat deze hem voor het eerst ontmoet. We horen geen begroeting uit de mond van Daniël. Hij staat daar zwijgend voor de koning. Dan neemt de koning het woord en vraagt hem of hij de Daniël is die door Nebukadnezar uit Juda naar Babel is gebracht. Zonder dat we een bevestiging uit de mond van Daniël horen – misschien heeft hij ‘ja’ geknikt –, gaat de koning verder en vertelt wat hij over Daniël heeft gehoord.

Met een “welnu” begint Belsazar te verklaren waarom hij Daniël heeft laten halen. Eerder zijn de wijzen en bezweerders bij hem gebracht om “dit schrift” – mogelijk wijst hij daarbij naar de wand waarop het schrift staat – te lezen en hem de uitleg ervan te laten weten. Maar, zo moet hij bekennen, ze waren er niet toe in staat. Nu heeft hij echter gehoord dat Daniël het wel kan. Daarom heeft hij hem laten halen. Als het waar is wat hij heeft gehoord en Daniël leest het schrift en legt het uit, zal hij de beloning krijgen die hij eerder aan zijn wijzen heeft beloofd.

Copyright information for DutKingComments