Daniel 7:1

Inleiding

Daniël 7 is het eerste hoofdstuk van het tweede deel van het boek. De geschiedenis wordt ook niet voortgezet, want we keren terug naar het eerste jaar van Belsazar (Dn 7:1). In dit tweede deel hebben we vier gezichten of visioenen, het eerste in Daniël 7, het tweede in Daniël 8, het derde in het laatste deel van Daniël 9 en het vierde in Daniël 10-12. Ze zijn allemaal verschillend gedateerd. Ze gaan over de verdere geschiedenissen van de wereldrijken en wat het kleine volk van God daarin zal beleven. Daniël 7 en 9 gaan over het Westen, het wereldrijk van West-Europa, Daniël 8 en 10-12 over het Oosten.

De droom en visioenen van Daniël

Belsazar is de laatste koning van Babel, zoals we hebben gezien in Daniël 5. In het eerste jaar van diens regering krijgt Daniël een droom. In die droom ziet hij enkele visioenen. Daarin wordt hem getoond dat het rijk van Belsazar, het Babylonische rijk, ten onder zal gaan. Hij ziet ook een tweede, derde en zelfs een vierde rijk. Ook die rijken zullen allemaal ten onder gaan. Tevens wordt door de droom duidelijk dat het eeuwige rijk, dat van de Heer Jezus, niet komt tijdens het Babylonische of Medisch-Perzische rijk, ook niet tijdens het derde, maar tijdens het vierde rijk, het Romeinse.

Dat er vier rijken zullen zijn die allemaal ten onder zullen gaan, is hem ook al in Daniël 2 duidelijk gemaakt in de droom van Nebukadnezar over het statenbeeld. Het gaat hier om dezelfde vier wereldrijken. Ze worden hier echter vanuit een ander perspectief bezien. Wat nieuw is, is dat het visioen niet aan Nebukadnezar wordt getoond, maar aan Daniël. Dit keer worden de rijken ook niet getoond in de gestalte van een beeld dat grote indruk maakt, met prachtige metalen, zoals de mens die rijken graag ziet.

God toont hier de rijken, zoals Hij ze ziet, in hun verdorven karakter, als redeloze dieren. Dieren zijn wezens zonder enige erkenning van God, wezens die geen kennis en verstand hebben van de Goddelijke dingen. God laat ook zien wat deze rijken Zijn volk zullen aandoen als zij zich in hun gebrek aan verstand tegen de heiligen keren. God wil hierdoor tot ons hart spreken. Hij wil laten zien dat Hij de toekomst kent en dat Hij boven de rijken en hun streven staat. Hij weet ze te gebruiken voor Zijn doel: de loutering van Zijn volk.

Zoals gezegd, krijgt Daniël in dit hoofdstuk niet één, maar enkele visioenen te zien. Als we het hoofdstuk lezen, blijken het er drie te zijn. We zien dat drie verzen beginnen met de verwijzing naar een visioen (Dn 7:2; 7; 13) en dat er twee keer een uitleg volgt (Dn 7:16; 23).

1. Het eerste visioen, dat in Dn 7:2 begint, gaat over de eerste drie wereldrijken, voorgesteld door drie dieren.

2. Het tweede visioen, vanaf Dn 7:7, gaat over het vierde dier of wereldrijk.

3. Het derde visioen vinden we in de Dn 7:13-14 en gaat over het eeuwige koninkrijk ofwel het koninkrijk van de Zoon des mensen.

4. Vanaf Dn 7:16 volgt een eerste uitleg en vanaf Dn 7:23 de tweede uitleg.

Daniël schrijft de droom op. Hij legt vast wat hij heeft gezien, dat wil zeggen, zoals hij dat zelf zegt, “de kern van de zaken”. Nadat hij zijn droom heeft gehad, heeft hij over de droom nagedacht en overwogen wat die betekent. Dat heeft de HEERE hem in zijn gedachten gegeven. Daardoor heeft hij alles wat van belang is en de betekenis duidelijk maakt, kunnen opschrijven. Zo is het bewaard gebleven voor de komende geslachten en ook voor ons.

Copyright information for DutKingComments